Naamgeving (Etymologie): Salix komt mogelijk van het Keltische sal (dicht bij water), hetgeen te maken heeft met de groei van veel wilgensoorten langs het water. Het kan echter ook afkomstig zijn van het Latijnse salire (snel groeien). Veel wilgensoorten groeien snel. Aurita betekent geoord.
Kruising: De kruising van Geoorde wilg met Grauwe wilg (Salix x multinervis) komt vrij regelmatig voor. Ook is er een bastaard met Kruipwilg (Salix x ambigua) bekend.
Beschrijving(Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De rimpelige bladeren zijn 2-5 cm lang. Ze zijn boven het midden het breedst en omgekeerd eirond tot langwerpig. Ze hebben een gezaagde rand en een gootvormige, gekromde top. Aan beide kanten hebben ze zes tot tien nerven. Jonge bladeren zijn dicht wollig behaard, later worden ze van boven vrijwel kaal en zijn dan dofgroen. Aan de onderkant zijn ze behaard en grijsgroen. De steunblaadjes (de oortjes) zijn vrij groot, niervormig, gezaagd en vallen niet af.
Bloemen: Eenslachtig. Tweehuizig. De tot 2½ cm lange katjes zijn in omtrek rond en verschijnen vrijwel tegelijk met de bladeren. Eén honingklier. Het vruchtbeginsel is viltig behaard. De stempels zijn knopvormig. De helmknoppen zijn geel. De mannelijke katjes zijn eivormig. De schutbladen zijn zwartachtig.
Bodem: Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, zelden droge, voedselarme tot soms matig voedselrijke, zure tot zwak zure grond (zand, leem, laagveen, hoogveen en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Bossen (natte bossen en moerasbossen), struwelen, wilgenbosjes, kapvlakten, struweel op hoogveen, heide, waterkanten (o.a. rotsige oevers), zeeduinen (duinvalleien), bermen, veendijken, moerassen
(veentjes
aan de rand van beekdalen en dichtgroeiende moerasjes) en grasland (dichtgroeiend schraalland).
Verspreiding
Wereld: Bijna heel Europa en Zuidwest-Azië.
Nederland: Algemeen in zand- en veenstreken, vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en zeldzaam tot zeer zeldzaam in zeekleigebieden.
Vlaanderen: Algemeen. Het meest in de Kempen en het Brugse Houtland.
Wallonië: Vrij algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 16, Jan Kops en F.W. van Eeden (1881)
Flora Batava, deel 18, Jan Kops en F.W. van Eeden (1889)
Flora von Deutschland in Abbildungen nach der Natur, Zweite auflage, deel 4, J. Sturm, E.H.L. Krause, K.G. Lutz (1905)
Vollständige Beschreibung und Abbildung der Sämmtlichen Holzarten, F.L. Krebs (1826)
Unsere Waldbäume, Sträucher und Zwergholzgewächse, L. Klein (1910)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 8, J.E. Sowerby (1868)
Flora forestal española, Atlas, deel 1, M. Laguna y Villanueva, P. de Avilla y Zumarán (1884)