Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bladeren: De onderste bladeren zijn tegenoverstaand. Ze zijn langwerpig en de drie nerven. lopen parallel. Ze hebben geen steunblaadjes. Hogerop staan de bladeren voor een deel verspreid. Deze blaadjes zijn smaller, met één nerf en steunblaadjes, die tot ruim half zo lang als het blad worden.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen vormen samen ijle, meestal niet bebladerde schichten, die aan het eind van de bloei ongeveer half zo groot zijn als de hele plant. De kroonbladen zijn citroengeel. Bij de voet zit meestal een roodbruine vlek. De kroonbladen vallen snel af. Eke bloem heeft vijf kelkbladen, waarvan de buitenste twee kleiner zijn.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, neutrale tot zwak zure zandgrond en op stenige plaatsen.
Groeiplaatsen: Zeeduinen (duinvalleien en glooiingen van lage duintjes) en kale rotsen.
Verspreiding
Wereld: Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en West-Europa. Noordelijk tot in Normandië en op de
Kanaaleilanden. Ook aan de westkust van Ierland en Wales, in het Bovenrijndal en in de omgeving van de Elbe. De Nederlandse en Duitse Waddeneilanden zijn voorposten.
Nederland: Zeer zeldzaam op Texel en Vlieland. Vroeger ook op Terschelling.
Vlaanderen: Verdwenen.
Wallonië: Verdwenen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 16, Jan Kops en F.W. van Eeden (1881)
Naauwkeurige beschrijving der aardgewassen. Eerste boek. Van allerley boomen, Abraham Munting (1696)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 2, J.E. Sowerby (1864)
Flora Londinensis, deel 6, William Curtis (1789-1798)
Icones et descriptiones plantarum, deel 2, A.J. Cavanilles (1793)
La flore et la pomone francaises, deel 2, J.H. Jaume Saint-Hilaire (1829)