Naamgeving (Etymologie): De naam ereprijs is mogelijk afkomstig van de Vlaamse botanist Dodoens, die de planten eer ende prijs oft loff gaf vanwege hun geneeskrachtige eigenschappen. Er zijn echter nog een tweetal verklaringen in omloop. Ereprijs zou zijn naam te danken hebben aan het feit dat in de Middeleeuwen winnaars van grote toernooien een krans kregen van deze bloemen. Een derde verklaring is dat een Frankische koning vele jaren aan huiduitslag
leed en daarvoor,
na goede raad van een jager, dit plantje gebruikte en genas van de huiduitslag. Toen gaf hij het plantje de naam ereprijs. Veronica is genoemd naar de heilige Veronica. Veronica zou in een zweetdoek de afdruk gekregen hebben van het aangezicht van Christus. Sommigen menen in de bloem een weergave te zien van die afdruk. Chamaedrys betekent kleine eik.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De stengels zijn liggend, opstijgend of ze staan rechtop. Met twee tegenoverliggende rijen haren. De basis van de stengel kruipt en vormt wortels (wortelend op de knopen).
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bladeren: De behaarde en wintergroene bladen zijn tegenoverstaand. Ze zijn eirond tot langwerpig, gekarteld, aan de voet afgerond en kort gesteeld of zittend.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen vormen samen tegenoverstaande, gesteelde trossen in de oksels van de bovenste bladen. De vier kroonbladen zijn helderblauw, donkerder geaderd, hebben een witte keel en zijn 0,8-1,4 cm lang. Het bovenste kroonblad is groter dan het onderste. De kelk is vierdelig. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met één stijl en stempel.
Vruchten: Een doosvrucht. De hartvormige vruchten zijn 4-5 mm breed. De randen zijn behaard. Ze zijn
korter dan de kelk. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - CC BY-SA 4.0
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot basische grond (slibrijk zand, leem, löss, mergel, stenige plaatsen en zavel, zelden op veen en niet op zware zeeklei).
Groeiplaatsen: Grasland (o.a. grasvelden en vochtig, licht bemest grasland), bermen, dijken, bossen (lichte plekken in loofbossen), bosranden, struwelen,
heggen, zeeduinen, wallen,
stenige plaatsen en hoge uiterwaarden.
Verspreiding
Wereld: Europa, behalve in enkele zuidelijke randgebieden. Oostelijk tot in Centraal Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Nederland: Algemeen, maar minder algemeen op de Waddeneilanden, in laagveengebieden en in zeekleigebieden.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 1, Jan Kops (1800)
Cruijdeboek, deel 1, Rembert Dodoens. Gheslacht, onderscheet, fatsoen, naemen, cracht ende werckinghe (1554)
Deutschlands flora, deel 14, J. Sturm, J.W. Sturm (1831-1833)
New Kreüterbuch, L. Fuchs (1543)
Svensk botanik, deel 4, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Bilder ur Nordens Flora, deel 1, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 6, J.E. Sowerby (1866)
Introductio generalis in rem herbariam, deel 2, A.Q. Rivinus (1690-1777)
Flora regni borussici, deel 2, A.G. Dietrich (1834)
Flora
Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Flora Londinensis, deel 1, William Curtis (1775-1777)
British entomology, deel 1, J. Curtis (1823-1840)
Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
Grandes Heures Anne de Bretagne, Jean (Jehan) Bourdichon (1503-1508)