Naamgeving (Etymologie): Raket komt van het Franse roquette, dat is afgeleid van het Latijnse eruca, de naam voor een koolplant. Erysimum is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse eryo (ik red of ik help) en oïme (gezang), een zinspeling op het gebruik van een verwante plant. Officinale betekent uit de apotheek. De plant was in zwang als geneesmiddel tegen heesheid. Cheiranthoides
is muurbloemachtig. Het is afgeleid van de Griekse woorden cheir (hand) en anthos (bloem). De bloemen werden gebruikt in boeketjes op feesten.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De onderste bladeren zijn spatelvormig of langwerpig. Ze hebben een gave tot diep getande rand en verdorren snel. De verspreidstaande en kortgesteelde, 2-5 cm lange en 4-5 mm brede stengelbladen zijn spits, staan omhoog, zijn behaard en hebben een vrijwel gave rand.
Bloemen: Tweeslachtig. De gele, 4-7 mm grote bloemen vormen trossen aan het eind van de stengel. De bloemstelen zijn langer dan de bloemen. De vier kelkbladen zijn ongeveer 2 mm lang. Elke bloem heeft verder zes meeldraden (vier lange en twee korte) en een bovenstandig vruchtbeginsel met één stijl.
Vruchten: Een doosvrucht. De hauwen staan schuin omhoog en zijn 1-3 cm lang en 1-1½ mm breed, twee tot drie keer zo lang als hun stelen. De zaden staan om en om aan beide kanten van het tussenschot. Ze zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige tot vrij natte, voedselrijke, meestal omgewerkte of verstoorde grond (zand, zavel, klei, leem en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Bermen en dijken (omgewerkte plekken), braakliggende grond, puin, plantsoenen, ruderale plaatsen, weinig betreden plekken tussen straatstenen, tuinen (moestuinen), akkers (aardappelen en bieten), waterkanten (lage
rivieroeverwallen) en bouwterreinen.
Verspreiding
Wereld: Gematigde en koude streken op het noordelijk halfrond.
Nederland: Vrij algemeen, maar zeldzaam in het noorden en in Zuid-Limburg.
Vlaanderen: Vrij algemeen.
Wallonië: Zeldzaam.
Toepasingen
Al sinds de oudheid wordt de plant gebruikt als een tegengif bij beten van giftige insekten en andere dieren. Het geneeskundige gebruik
liep uiteen van laxeer- en anti-wormmiddel tot medicijn tegen astma, in de vorm van een siroop met honing en azijn. Het sap, gedronken met witte wijn, zou de menstruatie opwekken en de geboorte van kinderen bevorderen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 3, Jan Kops (1814)
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und
Johann Georg Sturm
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 1, J.E. Sowerby (1863)
Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Unkrauttaflen - Weed plates - Planches des mauvaises herbes - Ugressplansjer, E. Korsmo (1934-1938)
Flora regni borussici, deel 6, A.G. Dietrich (1838)