Frysk-Flear English-Common elder Français-Sureau noir Deutsch-Schwarzer Holunder Synoniemen Familie-Adoxaceae (Muskuskruidfamilie) Naamgeving (Etymologie)-De naam vlier komt van het onrustig heen en weer fladderen van de bladeren in de wind. Sambucus komt van sambux (een rode verfstof), naar het rode sap van de vruchten. Nigra betekent wart, naar de zwarte vruchten. Cultuurvorm-Peterselievlier (Sambucus nigra 'Laciniata') is een cultuurvorm met geveerde en veerdelige deelblaadjes, die zich ook in het wild heeft gevestigd.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Fanerofyt. Hoofdbloei-Mei t/m juli. Afmeting-3-6 meter.
Wortels-Een ondiep wortelstelsel. Stam-Een diep gegroefde, dofgrijze, kurkachtige schors.
Takken-De gebogen takken zijn vrij gemakkelijk te breken. Ze zijn dicht bezet met lenticellen en gevuld met een witachtig merg.
Bladeren-Zwak giftig. De tegenoverstaande, dofgroene bladeren zijn geveerd met (drie-) vijf tot zeven(-negen) langwerpig-eironde, 5-10 cm lange, fijn getande blaadjes. Als je de bladeren wrijft ruik je een sterke geur.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen vlakke schermvormige pluimen van 10-24 cm, aan het eind van lange takken. Ze zijn wit, geurend, stervormig en hebben vijf kroonbladen, vijf kelkbladen, eveneens vijf meeldraden en twee stijlen. De helmknoppen zijn geel. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
Vruchten en zaden-Een steenvrucht. De 6-8 mm grote bessen zijn eerst rood, maar worden later zwart (zelden geelgroen of wit). Het sap is paarsrood en zuur van smaak. De eetbare bessen bevatten twee tot drie vrij platte zaden. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselijke, met name stikstofrijke, vaak kalkhoudende en omgewerkte grond (allerlei grondsoorten). Groeiplaatsen-Heggen, struwelen (o.a. jeneverbesstruweel), kapvlakten, lichte loofbossen, wilgenbossen, populierplantages, aanspoelselgordels langs de kust, drooggevallen platen, duinen, oude muren, ruïnes, stortplaatsen, braakliggende grond en waterkanten (o.a. rivieroevers). Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa (niet in het uiterste noorden) en Noord-Afrika. Nederland-Inheems. Algemeen. Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonuië. Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |