|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Gewone waterbies - Eleocharis palustris
Frysk-Wetterbies
English-Common spike-rus
Français-Scirpe des marais
Deutsch-Gewöhnliche Sumpfbinse
Synoniemen-Scirpus palustris
Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Eleocharis komt van het Griekse elos (moeras) en chairo (houden van). Palustris betekent het moeras bewonend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Helofyt of geofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m augustus.
Afmeting-10-60 cm, maar soms tot 90 cm.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Wortels-Een kruipende wortelstok met uitlopers.
Stengels-De rechtopstaande, ronde stengels zijn 1-6 mm dik. Ze zijn glanzend groen en dragen geen bladen. De scheden (zonder bladschijf) aan de voet zijn geelbruin of soms iets rood aangelopen. De soort vormt losse zoden.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Bladeren-De bladscheden zijn geelachtig bruin of soms aan de voet glanzend paarsrood. De bovenste bladschede is ongeveer recht afgesneden. Stengels met bladen staan in rijen.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De langwerpige aartjes groeien aan het eind van de stengels. Ze zijn 0,5-2 cm en bevatten tussen de vijf en zeventig bloemen. Aan de voet zitten twee bloemloze (onvruchtbare) kelkkafjes, die elk het aartje voor de helft tot driekwart omvatten. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. Elke bloem heeft drie meeldraden, één stijl en twee stempels (zelden zijn het er drie).
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | ![]() Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De 1-1,8 mm lange zaden zijn meestal aan twee kanten afgeplat. Om het nootje zie je meestal vier borstels, die ongeveer even lang zijn als het nootje (inclusief de stijl). Ze hebben naar beneden gerichte kleine tanden. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar).
![]() Steve Hurst - USDA-NRCS PLANTS Database |
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, vrij open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig zure tot kalkhoudende grond (zand, leem, zavel, klei en laagveen) of in ondiep zoet tot brak water.
Groeiplaatsen-Langs greppels, sloten, poelen, nieuw gegraven wateren, vijvers en beweide oevers van oude rivierarmen, oeverlanden, rietland, heidevennen, duinvalleien, laagblijvend duingrasland, randen van strandvlakten, nat weiland, hooiland, polderboezems en langs dijken.
Verspreiding
Wereld-In alle werelddelen. Het meest in gematigde streken.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl