|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Gewone waternavel - Hydrocotyle vulgaris
Frysk-Galleblêd
English-Marsh Pennywort
Français-Ecuelle d'eau
Deutsch-Wassernabel
Synoniemen
Familie-Araliaceae (Klimopfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Hydrocotyle komt van het Griekse hydor (water) en cotyle (indruksel). de plant groeit nabij water en heeft schotelvormige bladen. Vulgaris betekent gewoon.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m november.
Afmeting-5-25 cm.
|
|
|
|
Wortels-Op de knopen wortelend met talrijke, ongeveer 3 cm lange wortels.
|
|
|
|
Stengels-De kruipende, draadvormige (tot ongeveer 1 mm dikke) stengels zijn iets behaard. Ze vertakken zich en wortelen op de knopen. Uit deze knopen groeien ook de behaarde bladstelen.
|
|
Bladeren-De bladsteel is in het midden van het blad aangehecht. De ronde, schildvormige bladen zijn gelobd tot gekarteld, met zeven tot negen(-tien) nerven. Ze zijn 2-4 cm lang en hebben lange stelen. Aan de voet van de bladsteel zitten twee vliezige steunblaadjes. Er zijn twee steunblaadjes.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijzesteel is korter dan de bladsteel. De rozeachtig groene, witte of roodachtige bloemen zijn ongeveer 1 mm. Ze groeien in kleine, soms boven elkaar geplaatste kransen (trosvormig gerangschikt) en staan enigszins hoofdjesachtig met drie tot vijf bij elkaar, verborgen onder de bladen. De bloemetjes heben vijf kroonbladen, vijf kelktanden, vijf meeldraden, een onderstandig vruchtbeginsel en twee stijlen.
| |
|
|
Vruchten en zaden-De afgeronde, ongeveer 2 mm lange splitvruchten zijn geribd, iets breder dan lang, zijdelings afgeplat en staan op korte steeltjes. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, voedselarme tot matig voedselrijke, meestal zwak zure, maar soms basische, vaak venige en enigszins verstoorde grond (veen, zand, leem en zavel). De groeiplaatsen staan in de winter vaak onder water en vallen in de zomer droog.
Groeiplaatsen-Veenmoerassen, trilveen, langs vennen, greppels, beken en plassen, bermen, kwelplekken, heidemoerasjes, hoogveen met binnendringende meststoffen, hooiland, onbemest grasland op veen, binnenduinweiland, duinvalleien, zandgroeven, brongebieden, moerasstruwelen en beginnend moerasbos.
Verspreiding
Wereld-West-, Midden- en Zuid-Europa. Zeer zeldzaam in Oost-Europa, Noordwest-Afrika, de Azoren en Zuidwest-Azië. Ook op IJsland.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl