|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Gewoon biggenkruid - Hypochaeris radicata
Frysk-Rûge fôleblom
English-Common Cat's-ear
Français-Porcelle enracinée
Deutsch-Gewöhnliches Ferkelkraut
Synoniemen-Hypochaeris radicata ericetorum, Hypochoeris radicata
Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Het Griekse hypo betekent voer en chaeris komt van choiros en betekent big of zwijn, dus varkensvoer. Radicata betekent met wortels of met een grote wortel.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m september.
Afmeting-15-60 (-80) cm.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Wortels-Een korte, stevige wortelstok of penwortel.
|
|
|
|
Stengels-De blauwgroene, rechtopstaande of opstijgende, vaak bochtige stengels zijn enkelvoudig of vaak vertakt. De gladde stengel is kaal, maar een aan de voet groeien wel borstelharen. De stengel is onder het bloemhoofdje een beetje verdikt.
|
|
|
|
Bladeren-De langwerpige, vrij stevige wortelrozetbladen zijn gelobd of diep getand en begroeid met verspreide, vrij stijve borstelharen. Van onderen zijn ze blauwgroen en van boven grasgroen. De eindlob is breed afgerond-driehoekig. Er zijn geen stengelbladen, maar soms wel schubvormige bladen.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De gele bloemhoofdjes zijn 2-4 cm groot en de hele dag geopend. De lintbloemen steken duidelijk buiten de binnenste omwindselbladen uit. Van onderen zijn ze blauwgrijs tot roodachtig. Een bloembodem met stroschubben. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Alle vruchten zijn gesnaveld. Het vruchtpluis is geelwit, groeit in twee rijen en verwaait snel. De binnenste haren zijn geveerd en groeien door elkaar. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, iets open plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, weinig bemeste, zwak zure tot basische, kalkarme tot kalkhoudende grond (zand, leem, löss, verdroogd veen en lichte klei).
Groeiplaatsen-Bermen, hooiland, gazons, duinvalleien, rivierduinen, rivierdijken, hellingen, zandgroeven, spoorwegterreinen, tussen straatstenen, stenen taluds van viaducten en beschoeiingen, braakliggende akkers, kapvlakten, bosranden, heide en zandverstuivingen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Europa.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
©2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl