Wilde planten in Nederland en België

Gewoon varkensgras - Polygonum aviculare

Frysk-Bargegers

English-Knotgrass

Français-Renouée des oiseaux

Deutsch-Vogel-Knöterich

Synoniemen-Varkensgras, Polygonum monspeliense, Polygonum heterophyllum

Familie-Polygonaceae (Duizendknoopfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Polygonum komt van het Griekse polys (veel) en gonu (knie of knoop), omdat de stengels zeer knopig zijn. Aviculare betekent van de vogeltjes.

Ondersoorten-Een variabele plant, waarbij verschillende ondersoorten worden onderscheiden. subsp. depressum en subsp. aviculiare.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m november.

Afmeting-5-40 cm (de stengel vaak veel langer).


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Sten Porse - cc by-sa 3.0

Wortels-Worteldiepte 20-50 cm.


Sten Porse - cc by-sa 3.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De meestal liggende tot opstijgende, zelden rechtop staande stengels (niet hoger dan 40 cm) zijn dof donkergroen, vaak rood aangelopen en donker gestreept. Ze vertakken zich en vormen een mat van in een kring uitgespreide stengels (soms wel meer dan één vierkante meter). De stengels maken echter geen nieuwe wortels.


Sanja565658 - cc by-sa 3.0


Cody Hough - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-De verspreidstaande bladen zijn meestal niet langer dan 2 cm (hoogstens tot 4 cm). Ze hebben een korte bladsteel. Jonge, rechtopstaande planten hebben vrij grote, omgekeerd eironde bladen. Plat op de grond liggende matten hebben vaak kleine, langwerpige of lijn-lancetvormige blaadjes. Het vliezige tuitje (een soort vergroeide steunblaadjes) omsluit de stengel helemaal.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Matt Lavin - cc by-sa 2.0


Sten Porse - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De alleenstaande of met twee tot zes bij elkaar staande bloemen groeien in de bladoksels of naar het einde van de stengel in losse bebladerde aren. Meestal zijn er vijf 2-3 mm lange bloemdekbladen. Ze zijn groen (voor een deel), wit, of roze met een 0,2-0,4 mm brede, witte rand. Het bloemdek is alleen aan de voet vergroeid. Elke bloem heeft verder vijf meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel met twee stijlen.


N-Baudet - cc by-sa 2.0


Dalgial - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Aiwok - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De nootjes zijn meestal 1,5-3 mm lang en 1,3-1,5 mm breed. Ze steken meestal niet, mar soms wel uit het vruchtdek (dan zijn ze ongeveer 4 mm lang en 1,5 mm breed). Ze zijn mat of weinig glanzend. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Rasbak - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op vrij droge tot vochtige, voedselrijke, vaak betreden grond (van fijn grind tot zware klei en ook op zandig of kleiig laagveen).

Groeiplaatsen-Tredplaatsen, braakliggende grond, op vloedmerk, wegkanten, greppels, braakliggende akkers, tussen straatstenen, parkeerplaatsen, goten, open plekken in afgravingen, speelvelden en op wegen en voetpaden.

Verspreiding

Wereld-Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl