Naamgeving (Etymologie): Holcus komt van het Griekse holcos, dat is afgeleid van elco (ik trek naar buiten). Door de Romeinen gebruikt om visgraten, stekels en splinters uit het lichaam te trekken. Mollis betekent zacht.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zure tot zwak zure, humushoudende grond (meestal op zand of leem, soms op zure klei).
Groeiplaatsen: Bossen, houtwallen, struwelen, kapvlakten, lanen, beschaduwde bermen, wegkanten, grasland (zandige plaatsen en soms in nat, zuur hooiland), zandige akkers, heide, kanaalbermen
en waterkanten.
Verspreiding
Wereld: Overwegend in West- en Midden-Europa, voor een groot deel ontbrekend in de noordelijke, oostelijke en zuidelijke randgebieden van Europa.
Nederland: Algemeen in het oosten en midden van het land, in Zuid-Limburg en de Hollandse en Zeeuwse duinen. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam, met name in kleistreken.
Vlaanderen: Algemeen, maar iets minder algemeen in het kustgebied.
Wallonië: Vrij algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 7, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1836)
Deutschlands Flora in Abbildungen,
Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Plantarum indigenarum et exoticarum Icones ad vivum coloratae, deel 7 (1793)
Svensk botanik, deel 3, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
British entomology, deel 1, J. Curtis (1823-1840)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
La flore et la pomone francaises, deel 5, J.H. Jaume Saint-Hilaire (1832)
Icones plantarum sponte nascentium in episcopatu Monasteriensi, deel 1, F. Wernekinck (1798)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Flora Londinensis, deel 5, William Curtis (1784-1788)
Icones et descriptiones graminum austriacorum, deel 1, N.T. Host (1801)