|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Glanshaver en Knolglanshaver - Arrhenatherum elatius
Frysk-Houtraai
English-False Oat-grass, Tuber Oat-grass
Français-Avoine élevée, Avoine à chapelets
Deutsch-Glatthafer, Knollen-Glatthafer
Synoniemen-Frans raaigras
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Arrhenatherum komt van het Griekse arrhen (mannelijk) en ather (kafnaald), omdat de mannelijke bloem langgenaald is. Elatius betekent slank en bulbosum boldragend.
Ondersoorten-Gewone glanshaver (Arrhenatherum elatius subsp. elatius) en Knolglanshaver (Arrhenatherum elatius subsp. bulbosum).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m september.
Afmeting-50-150 cm.
|
|
|
|
Wortels-Hoogstens zeer korte, oranjeachtige wortelstokken. Zonder een knolvormig verdikte stengelvoet.
Knolglanshaver heeft knolvormig opgezwollen onderste stengelleden (een knolvormige stengelvoet).
|
|
|
|
Stengels-Losse pollen vormend. De rechtopstaande stengels zijn glad en glanzend. Soms zie je aan de voet enkele dicht bij elkaar staande kleine knollen. De stengelbasis is oranjeachtig. Er zijn geen uitlopers.
|
|
|
|
Bladeren-De onderste bladscheden zijn kaal of kort, zacht behaard, de bovenste zijn kaal. De onderste bladen zijn kort, zacht behaard, de bovenste meestal kaal (aan de basis met een licht gekleurde kraag). Ze worden tot 1 cm breed, zijn van boven ruw en iets geribd. Voor het uitlopen zijn de geribde bladen om de stengel gerold. De voet van de onderste bladscheden is oranjeachtig. Het tongetje is 1-3 mm en afgerond tot afgeknot.
|
|
|
|
Bloemen-Polygaam. Een rijkbloemige, vrij losse, rechtopstaande of aan de top knikkende pluim. De onderste pluimtakken staan in halve kransen met vijf tot acht, de langere takken met drie of meer aartjes. De glanzende aartjes bevatten twee tot vier bloemen. Ze zijn eirond. De onderste bloem is mannelijk (met drie helmdraden) of zelden tweeslachtig. Elke bloem heeft twee kafnaalden, een korte en een lange. De kelkkafjes komen niet tot de top van het aartje. Het onderste kelkkafje (lemma) is eennervig en veel smaller en korter dan het drienervige bovenste (palea).
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, vaak bemeste, zwak zure tot meestal kalkhoudende grond (zand, lichte klei, zavel, leem, löss en mergel).
Groeiplaatsen-Bermen, dijken, hooiland, vochtig bemest grasland, ruigten, lichte loofbossen, bosranden, heggen, jonge bosaanplant, beek- en rivieroeverwallen, sloottaluds, akkerranden, voormalige akkertjes en spoorbermen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Europa, Noordwest-Afrika en de Kaukasus.
Knolglanshaver-Voornamelijk in West- en Zuid-Europa.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Knolglanshaver-Inheems. Waarschijnlijk zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Knolglanshaver-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Knolglanshaver-Misschien zeer zeldzaam in de zuidelijke Ardennen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl