Wilde planten in Nederland en België

Goudenregen - Laburnum anagyroides

Frysk

English-Golden Rain (Common Laburnum, Golden chain)

Français-Aubour

Deutsch-Gemeiner Goldregen (Gewöhnlicher Goldregen)

Synoniemen-Laburnum × watereri

Familie-Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Laburnum is de oude, Latijnse naam voor de Goudenregen. Anagyroides betekent als Anagyris (stinkende gouden regen). De betekenis is mij niet bekend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Fanerofyt.

Hoofdbloei-Mei en juni.

Afmeting-3-7 meter.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Katrin Schneider - cc by-sa 4.0


Katrin Schneider - cc by-sa 4.0

Stam-De kroon is smal en open. De boom heeft een gladde schors die eerst groen is, maar later groenachtig bruin wordt en met fijne, oranjekleurige schilfers.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


albertojava - cc by-nc 4.0

Takken-Onregelmatige, opstijgende en gebogen takken. De jonge takken zijn grijsgroen met grijze haartjes (aangedrukt behaard). De behaarde, bleek grijsbruine knoppen zijn eivormig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0

Bladeren-De bladsteel is 2-6 cm lang. De bladeren zijn samengesteld drietallig (zelden vijftallig). De 3-8 cm lange deelbladen zijn eirond en gepunt. De bovenzijde van het blad is grijsachtig groen, de onderzijde is blauwachtig grijs en begroeid met zilverkleurige, zijdeachtige haren.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. Lange, hangende, 10-40 cm lange en rijkbloemige bloemtrossen met gele, vlindervormige, zoetgeurende bloemen. De kelk heeft twee gaafrandige of vrijwel gaafrandige lippen.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Slanke, 4-6 (-8) cm lange peulen met zeer giftige, zwarte zaden. Vaak zijn de peulen gedraaid. De vruchttrossen zijn eerst harig, maar later worden ze donkerbruin en kaal. Tweezaadlobbig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op droge, vaak kalkrijke grond.

Groeiplaatsen-Parken, tuinen, bosranden, jonge bossen en steile hellingen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Europa.

Nederland-Niet ingeburgerd. Vrij algemeen.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeldzaam.

Wallonië-Ingeburgerd. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl