|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Gouden ribzaad - Chaerophyllum aureum
Frysk-Pearsbûnt piipkrûd
English-Golden Chervil
Français-Cerfeuil doré
Deutsch-Gold-Kälberkropf
Synoniemen-Chaerophyllum maculatum
Familie-Apiaceae (Schermbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De naam verwijst naar de geribbelde zaden. Chaerophyllum is afgeleid van het Griekse chairoo (verplegen) en phyllon (blad), dus dat de plant om haar blad gekweekt werd. De naam had oorspronkelijk betrekking op Anthriscus cerefolium. Aureum betekent gouden of goudkleurig.
Opmerking-De plant lijkt sterk op Fluitenkruid. De kroonbladen zijn echter in tweeën gespleten en naar boven omgeslagen. De steel is paars gevlekt (bij Fluitenkruid ongevlekt) en gevuld met merg (bij Fluitenkruid is de stengel hol).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni en juli.
Afmeting-50-120 cm.
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Wortels-Een dikke, vertakte wortelstok (moeilijk uit de grond te trekken).
|
|
|
|
Stengels-De paars gevlekte stengels zijn gevuld met merg. Ze zijn glad en afstaand behaard met korte en lange haren.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
Bladeren-De geelachtig groene bladen ruiken aromatisch. Ze zijn drie- tot viervoudig geveerd, met fijne toegespitste slippen. Aan de onderkant zijn ze meestal zacht behaard.
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
![]() Gerrit Welgraven - verspreidingsatlas.nl |
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen een scherm met twaalf tot achttien stralen. De kroonbladen zijn wit, in tweeën gespleten en met omgeslagen lobjes aan de top. De stijlen zijn tenminste twee keer zo lang als het stijlkussen. Er zijn vijf tot tien lancetvormige, vliezig gerande en lang gewimperde omwindselblaadjes.
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Vruchten en zaden-De gelige splitvruchten zijn 6-12 mm lang. Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, zandige, kleiige of stenige grond.
Groeiplaatsen-Ruig grasland, bemeste bergweiden, bosranden, heggen, langs greppels en puin.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuid- en Midden-Europa.
Nederland-Ingeburgerd na 2000. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl