|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Greppelrus - Juncus bufonius
Frysk-Sparjerusk
English-Toad Rush
Français-Jonc des crapauds
Deutsch-Kröten-Binse
Synoniemen-Juncus minutulus
Familie-Juncaceae (Russenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Bufonius komt van het Latijnse bufo (een pad).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m november.
Afmeting-3-35 cm.
Wortels-Worteldiepte tot 10 cm.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, opstijgende of soms liggende stengels vormen meestal polletjes.
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Bladeren-De bladen zijn grasgroen tot geelgroen. De schede is geelbruin of iets roodachtig en gaat geleidelijk over in de grasachtige, tot 1 mm brede bladschijf. Geen oortjes.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De losse bloeiwijze bevat vrij veel bloemen en bestaat uit schuin opgerichte takken. De bloemen zijn vrij groot en staan van elkaar verwijderd (meestal alleenstaand) of zelden met twee of drie bij elkaar in de vertakkingspunten en aan het eind van de takken. De bloemdekbladen zijn langwerpig met een lange spits. Ze worden tot meer dan een ½ cm lang en komen boven de vrucht uit (de binnenste bloemdekbladen zijn lang toegespitst en veel langer dan de vrucht).
| |
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De kleppen van de vruchten zijn aan de top afgerond. Van de stijl blijft een duidelijke spits over. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot natte, matig voedselarme tot zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, verstoorde, vaak min of meer verdichte, kalkhoudende tot meestal vrij kalkarme grond. Ook op brakke grond (zand, leem, zavel en lichte klei. Niet op zware klei en veen). De soort verdraagt enige uitdroging.
Groeiplaatsen-Drooggevallen duinplassen, drooggevallen delen van heidevennen die bemest worden door meeuwen, pas ingepolderde niet sterk zilte terreinen, afgravingen, drooggevallen sloten en poelen, vertrapte slootkanten, langs drinkpoelen, weiland (met name weilandingangen), akkers, moestuinen, verslempte sporen van voertuigen op kapvlakten, onverharde wegen en in erosiegeultjes langs wegen en paden.
Verspreiding
Wereld-In alle werelddelen.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl