|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Groenknolorchis - Liparis loeselii
Frysk-Sturmia
English-Fen Orchid
Français-Liparis de Loesel
Deutsch-Sumpf-Glanzkraut
Synoniemen-Sturmia loeselii
Familie-Orchidaceae (Orchideeënfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De naam Liparis komt van het Oudgriekse woord liparos en betekent vettig, vanwege de vetglanzende bladen. Loeselii is genoemd naar de Duitse arts en botanicus Johannes Loesel (1607-1655). Sturmia is genoemd naar de Duitse botanicus Jacob Sturm, schrijver van een geïllustreerde flora (1771-1848).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting-7-25 cm.
![]() © Bert Blok - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
Wortels-Een kort, horizontaal of scheef-opstijgend wortelstokje met draadvormige wortels.
|
|
|
|
Stengels-Een kale, geelgroene plant. De stengelvoet is verdikt tot een groene, bovengrondse stengelknol, die omhuld wordt door de voet van de beide bladen en een paar vliezige scheden. De rechtopstaande stengel is kantig en vlak onder de tros vaak iets gevleugeld.
|
|
|
|
Bladeren-De twee grondstandige, langwerpige en spitse bladen zijn glanzig lichtgroen. Ze zijn bijna tegenoverstaand, veelnervig en korter dan de stengel.
![]() © Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn meestal klein, meestal schubvormig, driehoekig, eennervig, aan de voet gekarteld en ongeveer even lang als of korter dan de bloemstelen. Een ijle bloemtros met meestal vier tot acht, maar soms één tot tien geelgroene bloemen. De buitenste en binnenste bloemdekbladen zijn lijnvormig. De 4-5 mm grote, langwerpige, stompe en gootvormig gevouwen bloemlip is vaak naar boven gericht. Aan de rand is deze vaak fijn gekarteld. De bloemsteeltjes zijn een halve tot een hele slag gedraaid. De stempelzuil is naar voren gekromd, vrij lang, langwerpig, half-cilindrisch, met het afgeronde deel naar beneden gekeerd en loopt aan die kant naar boven in de eironde helmknop uit. Het vruchtbeginsel is spilvormig, driekantig, niet of aan de voet iets gedraaid op een driehoekige of gegroefde steel.
![]() © Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
![]() © John Breugelmans - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Eenzaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, iets open plaatsen (vaak enigszins verstoorde plekken) op vrij natte, voedselarme, zwak zure tot kalkhoudende grond (laagveen, venig zand, venig leem, min of meer humeus zand en stenige grond). Vaak op plekken die in de winter zeer nat zijn (of zelfs onder water kunnen staan).
Groeiplaatsen-Duinvalleien, kalk-, zand- en grindgroeven, trilvenen, kalkmoerassen, veenmosrietland, aan de rand van rietland, op veenmoskussens in heidemoeras, opgespoten zandgrond, plekken waar turf gestoken is en beekdal-blauwgrasland.
Verspreiding
Wereld-Koel-gematigde streken op het Noordelijk halfrond, met grote onderbrekingen, met name in Oost-Azië. Het meest in het centrale deel van het Europese laagland en in het oosten van Noord-Amerika.
Nederland-Inheems. Zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl