|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Grof hoornblad - Ceratophyllum demersum
Frysk-Donker hoarnblêd
English-Rigid hornwort
Français-Cératophylle immergé
Deutsch-Raues Hornblatt
Synoniemen-Gedoornd hoornblad
Familie-Ceratophyllaceae (Hoornbladfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Ceratophyllum is afgeleid van het Griekse ceras (hoorn) en phyllon (blad). De naam slaat op de hardheid van de bladen. Demersum betekent ondergedompeld.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hydrofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m september.
Afmeting-60-100 cm.
| |
|
|
Wortels-Zonder wortels.
Stengels-Een ondergedoken plant. De onder water drijvende, buigzame stengels worden vaak tot 1 meter lang, maar soms hebben ze een lengte van enkele meters. Ze hebben eveneens zijstengels. Delen van de plant kunnen afbreken en kan zich zo verder verspreiden. Tegen de winter worden er dichtbebladerde spruiten gevormd, die naar de bodem zinken en daar overwinteren.
| |
|
|
Bladeren-De ondergedoken bladen zijn meestal stijf, glanzend donkergroen tot zwartgroen. Ze zijn één tot twee keer gaffelvormig vertakt met twee tot vier lijnvormige, meestal stijve, dicht stekelig getande of soms vrij tere slippen. Ze vormen drie tot acht kransen.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De alleenstaande bloemen vind je in de bladoksels. De bloemen zijn groen, bruingroen of geelgroen. Er zijn zes tot twaalf groene bloembladen. Mannelijke bloemen hebben meestal ruim twintig meeldraden met korte helmdraden. Vrouwelijke bloemen hebben één bovenstandig vruchtbeginsel met één stijl en stempel. Het stuifmeel kan via het water de stempel bevruchten.
| |
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Vaak ontstaan er maar weinig vruchten. De vruchten hebben twee of drie gekromde stekels aan de voet. Deze wijzen schuin naar beneden. Ze zijn 4-5 mm lang. De stijlrest is even lang als of langer dan de vrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen in ondiep tot vrij diep, stilstaand of zwak stromend, zoet of zwak brak, voedselrijk, hard water met een modderbodem.
Groeiplaatsen-Vijvers, poelen, plassen, sloten, langzaam stromende beken en rivieren, brakwatersloten, kanalen, luwe bochten en inhammen van laagveenplassen en soms in het winterbed van grote rivieren.
Verspreiding
Wereld-In alle werelddelen.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl