Frysk-Montia English-Annual water minerslettuce Français-Montie des fontaines Deutsch-Glanzsamiges Bach-Quellkraut Synoniemen-Montia verna Familie-Montiaceae (Bronkruidfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Montia is genoemd naar Giuseppe Monti (1682-1760), professor in plantkunde te Bologna. Fontana betekent in of bij een bron. Ondersoorten-Beide soorten bronkruid werden voorheen beschouwd als ondersoorten. Groot bronkruid (Montia fontana subsp. fontana) en Klein bronkruid (Montia fontana subsp. chondrosperma). Opmerking-Tot voor kort werd Montia ondergebracht bij de Posteleinfamilie (Portulacaceae). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig op het land. Eenjarig of overblijvend in het water. Plantvorm-Therofyt, helofyt of hydrofyt. Hoofdbloei-April t/m september. Afmeting-10-40 cm.
Wortels
Stengels-De slappe, sterk vertakte stengels zijn vaak rood aangelopen, iets doorschijnend en meestal liggend, maar soms opstijgend of in het water zwevend. De planten vormen kussens.
Bladeren-De smalle, tegenoverstaande bladen zijn iets vlezig, smal spatelvormig tot langwerpig omgekeerd eirond en 0,5-1½ cm lang. Ze zijn onduidelijk gesteeld.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in kleine losse kluwens met twee tot vijf bloemen. Ze zijn wit, 1-2 mm en trechtervormig. De buis is aan één kant open. De zoom heeft drie kleine en twee grote slippen. Elke bloem heeft drie meeldraden. De blijvende kelk bestaat uit twee bladen.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Deze springt open met drie in de hoogte omkrullende kleppen. De drie zaden zijn vrij glanzend, glad of met kleine knobbeltjes (uitsteekseltjes) die duidelijk smaller zijn dan de mazen (gebruik een loep). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zure, kalkarme grond en in stilstaand of zwak stromend, matig voedselarm tot matig voedselrijk, kalkarm water in brongebieden (allerlei grondsoorten, echter niet op zware klei en mergel). Groeiplaatsen-In ondiepe beekjes en greppels met helder water, open plekken op natte oevers, natte bossen, onder parkbomen, duinen en tuinen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa. Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |