|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Groot glaskruid - Parietaria officinalis
Frysk-Grutte glêspoetser
English-Eastern Pellitory-of-the-wall
Français-Pariétaire officinale
Deutsch-Aufrechtes Glaskraut
Synoniemen
Familie-Urticaceae (Brandnetelfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Glaskruid slaat op het gebruik van de bladeren als poetsmiddel voor glas. Parietaria komt van het Latijnse paries (wand), de plant groeit namelijk op muren. Officinalis komt van het Latijnse officium (werkplaats, in plantkundig/medische verband is dat de apotheek). Officinalis betekent dus in gebruik in de apotheek / geneeskrachtig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m oktober.
Afmeting-20-120 cm.
|
|
|
|
Wortels
| |
|
|
Stengels-De meeestal rechtopstaande, gevulde stengels zijn groen of rood aangelopen. Ze zijn maar weinig of niet vertakt
en meestal verspreid behaard.
In oudere edities van Heukels Flora werd vermeld dat de stengels hol zouden zijn. Dat klopt niet en dit is dan ook aangepast in de nieuwste uitgave.
|
|
|
|
Bladeren-De langwerpig eironde bladen zijn heldergroen en worden 3-12 cm. Ze zijn drie tot vijf maal zo lang als de steel. Aan de voet zijn ze wigvormig tot afgerond, aan de top lang toegespitst en met een gave rand. De drie schutblaadjes zijn aan de voet niet met elkaar vergroeid.
|
|
|
|
Bloemen-Polygaam (vaak tweeslachtig). De bloemen groeien in kluwens in de bladoksels. Ze zijn viertallig, klein en groenig of groenwit. De meeldraden zijn geel.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De zwarte nootjes zijn 1,2-1,8 mm lang. Het bloemdek sluit na de bloei als een urntje om het nootje en wordt dan nauwelijks langer (ongeveer 2 mm). De vrije bloemdekslippen blijven heel kort. Tweezaadlobbig.
|
Biotoop
Bodem-Licht beschaduwde, zelden zonnige, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, omgewerkte grond (op plekken waar humus en minerale bestanddelen met elkaar worden vermengd) en op stenige plaatsen.
Groeiplaatsen-Beschutte omgewerkte grond, aan de voet van muren, rotsen, bosranden, heggen, voedselrijke struwelen, loofbossen (met name aan de voet van hellingen), parkbossen, duinen, stadswallen, ruderale plaatsen, onder stoeproosters en trottoirkanten.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Midden- en Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië. Sinds lang ingeburgerd in Noordwest-Europa en het noordelijke deel van Midden-Europa.
Nederland-Archeofyt. Zeldzaam.
Vlaanderen-Archeofyt. Zeldzaam.
Wallonië-Archeofyt. Zeer zeldzaam.
Toepassingen
Al sinds de oudheid wordt de plant als geneeskruid gebruikt. In de middeleeuwen werd Groot glaskruid in de nacht voor bepaalde feestdagen verbrand om de duivel te bezweren.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl