Naamgeving (Etymologie): Diplotaxis komt het Griekse diplos (dubbel) en taxis (rij), omdat de zaden in ieder hokje in twee  rijen zitten. Tenuifolia betekent met fijne of dunne bladen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt of chamaefyt.
Bloeimaanden: Juni, juli, augustus, september en oktober.
Afmeting: 30-80 cm.
Wortels
Stengels: De bebladerde, rechtopstaande  stengels zijn kaal, glad  en grijzig. De stengelvoet wordt
houtig.
Bladeren: De verspreidstaande  bladeren vormen geen rozet. Ze zijn veerspletig tot veerdelig met vier tot acht lijnvormige slippen. Bij kneuzing ruik je een sterke, onaangename  geur.
Bloemen: Tweeslachtig. De gele bloemen zijn 1½-3 cm groeien in trossen. Er zijn vier kroonbladen. De vier  kelkbladen staan zijdelings af. De bloemstelen zijn drie tot vier keer zo lang als de kelk. Elke bloem heeft zes meeldraden. Het vruchtbeginsel  is bovenstandig, met één stijl  en stempel.
Vruchten: Een doosvrucht. De lange, smalle  hauwen  staan stijf opgericht. Ze zijn 2-6 cm lang en
1½-2 mm breed. Boven de invoeging van de kelk zit een 1-3 mm lang steeltje. De rijpe hauw gaat met twee kleppen open.  Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Zonnige, open plaatsen (pioniervegetaties) op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte grond (zand, zavel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Langs spoorwegen (spoorbermen, spoordijken en spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, bouwterreinen, omgewoelde bermen, opgespoten grond, ruigten (kalkrijke ruigten), afgravingen,
steenglooiingen, tussen straatstenen,
rotsen, ruderale plaatsen, op en aan de voet van oude muren, vluchtheuvels, plantsoenen en zeeduinen (langs boulevards en duinpaden in en bij de zeedorpen en langs hekwerken).
Verspreiding
Wereld: Middellandse-Zeegebied (vooral Italië) en Midden-Europa. De soort breidt zich uit naar het noorden (bijna tot de poolcirkel).

gbif.org
Nederland: Vrij algemeen in de Hollandse duinen en stedelijke gebieden, plaatselijk vrij algemeen in het rivierengebied en in het westen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Algemeen. Al voor 1500 ingevoerd (archeofyt).

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Algemeen in de duinen, de Polders en in stedelijke gebieden. Elders zeldzaam, zeer zeldzaam of ontbrekend. Rode lijst. Criteria niet van toepassing.

Wallonië: Zeldzaam in Brabant en in de Maasvallei (in de Kalkstreek).
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
|

Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann
Georg Sturm (1796)
|
|
|