|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Grote boogcotoneaster (?) - Cotoneaster bullatus
Frysk
English-Hollyberry Cotoneaster
Français-Cotonéaster gaufré
Deutsch-Runzelige Zwergmispel
Synoniemen
Familie-Rosaceae (Rozenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Cotoneaster komt van Cotoneum (de naam die Plinius gaf aan de kwee) en aster (een verbastering van ad instar), gebruikt om een gelijkenis aan te duiden (lijkt op een kwee). Bullatus betekent met bobbels of blaren.
Opmerking-De officiele Nederlandse naam is nog niet vastgesteld.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Fanerofyt.
Hoofdbloei-Mei en juni.
Afmeting-Tot 5 meter.
|
|
|
|
Takken
|
|
Bladeren-Een loofverliezende struik. De bladsteel is 1-3 mm lang. De min of meer eironde bladen worden 5-9 (-15) cm lang en 2,6-4,6 cm breed. De bovenzijde van het blad is kaal (in het begin vaak wel behaard) met matig diep liggende nerven. Ze zijn van onderen dicht geelachtig behaard (zelden kaal wordend) en de nerven zijn niet of nauwelijks ingezonken.
|
Bloemen-Tweeslachtig. Bloemen in groepen van (1-) 5-40 (-50).
| |
|
|
Vruchten en zaden-Een steenvrucht. De donkerrode of soms donkerpaarse, 7-8 mm grote vrucht is ongeveer even lang als breed en bevat vier tot meestal vijf zaden. Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot halfbeschaduwde, vrij open plaatsen op vaak stenige grond.
Groeiplaatsen-Braakliggende grond, verlaten industrieterreinen en spoorwegtereinen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit het zuidwesten van China.
Nederland-Ingeburgerd na 2000. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl