|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Grote engelwortel - Angelica archangelica
Frysk-Grutte ingelwoartel
English-Angelica root
Français-Grande Angélique
Deutsch-Engelwurz
Synoniemen-Aartsengelwortel
Familie-Apiaceae (Schermbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Angelica komt van angelus (engel). De Latijnse naam Angelica betekent engelkruid en archangelica is afgeleid van archangelus (aartsengel). Volgens een oud verhaal zou de plant naar de aarde zijn gezonden om de mensen te behoeden voor de plagen en epidemieën die hen teisterden.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Tweejarig, maar soms tot vierjarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni en juli, maar soms t/m september.
Afmeting-90-250 cm.
| |
|
|
Wortels-Een wortelstok. Worteldiepte tot 50 cm.
|
|
|
|
Stengels-Een lichtgroene, sterk ruikende plant. De soms paars aangelopen stengels zijn gegroefd en hol.
|
|
|
|
Bladeren-De geurende wortelbladen hebben een ronde, buisvormige steel. Ze zijn driehoekig of ruitvormig, twee- tot drievoudig geveerd met, tamelijk onregelmatige, eironde of langwerpge deelblaadjes, die grof getand (ongelijk stekelig gezaagd) zijn. Het eindblaadje is vaak drielobbig en loopt vaak af aan de voet. De bovenste bladen zijn verkleind tot grote, opgeblazen scheden.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in schermen, die tot meer dan 25 cm groot worden. Schermen met talrijke stralen. De stelen van de schermpjes zijn alleen bovenaan ruig behaard. De bloemen zijn groenachtig of wit en 3-4 mm groot. De stijlen zijn tijdens de bloei kort, meestal korter dan het grote stijlkussen, maar bij de vrucht twee keer zo lang. De omwindselbladen zijn schaars of ontbreken.
| |
|
|
Vruchten en zaden-De splitvruchten zijn 6-8 mm lang. De vruchtwand is in twee lagen verdeeld, de binnenste is vergroeid met het zaad. Tweezaadlobbig.
| |
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op zeer vochtige tot natte, vaak periodoiek overstroomde, voedselrijke grond in een zoet of soms zwak brak milieu (klei en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen-Langs greppels en sloten, aanspoelingsgordels van rivieren, kribben, vaak in spleten van stenen dijkbeschoeiingen, ruderale plaatsen, natte ruigten, grienden, struwelen, wilgenbosjes, omgewerkte grond, haventerreinen, buitendijks rietland en in het zoetwatergetijdengebied.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-Europa, Zuid-Groenland en Noord- en Midden-Azië.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Wallonië-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam.
Toepassingen
Engelwortel was een onderdeel van een tegengif preparaat (Theriak), dat door Romeinse edellieden werd gebruikt als ze dachten vergiftigd te zijn door een tegenstander. Tegenwoordig wordt de plant nog toegepast om te spijsvertering te bevorderen, met name bij mensen met veel stress.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl