|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Grote keverorchis - Neottia ovata
Frysk-Stobbekrûd
English-Common Twayblade
Français-Grande listère
Deutsch-Großes Zweiblatt
Synoniemen-Listera ovata
Familie-Orchidaceae (Orchideeënfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Neottia komt uit het Grieks en betekent vogelnest. Het is afgeleid van neottos (pas geboren), naar de vorm van de wortelstok met de daaraan zittende deelen. Ovata betekent eirond.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-Mei en juni.
Afmeting-20-45 cm.
|
|
![]() Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl |
|
Wortels-Een diep in de grond liggende, meestal horizontaal kruipende wortelstok.
Stengels-De krachtige, rechtopstaande, bleekgroene en rolronde stengel is bovenaan behaard en heeft enige aanliggende, spitse scheden aan de voet.
|
|
|
|
Bladeren-Elke plant heeft twee 5-20 cm lange, zittende, tegenoverstaande grote en stevige, vrij dikke bladen. Ze zijn eirond tot breed eirond, vlezig, vrij donkergroen, glanzig, met uitspringende paralelle nerven en een spitsje. Daarboven groeien nog één of twee schutbladachtige bladeren, bij bloeiende planten onder het midden van de stengel.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De groene schutbladen zijn zeer klein, eirond en toegespitst. De gesteelde bloemen groeien aan een lange, slanke, rijkbloemige, aarvormige tros. De bloemen zijn geelgroen (aan de rand soms lila), worden 0,7-1½ cm. De bloemdekbladen zijn 4-5 mm. De lip is tweespletig, aan de voet zonder zijlobben en in de onderste helft een hoogtegroef. De lip is niet gespoord, de top is uitgerand en de andere bloemdekbladen buigen mutsvormig samen. Elke bloem staat in de oksel van een klein, smal schutblad. Een onderstandig vruchtbeginsel.
Vruchten en zaden-Een gesteelde, tolvormige tot half-bolronde doosvrucht met stoffijne zaden. Eenzaadlobbig.
|
Biotoop
Bodem-Beschaduwde, soms zonnige plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basenrijke, meestal kalkhoudende, humeuze grond (mergel, löss, zand, leem, zavel en lichte zeeklei. Zelden op veen).
Groeiplaatsen-Loofbossen, bronbossen, grazige bosranden, struwelen, hakhoutbosjes, beschaduwde bermen, langs holle wegen, lanen, langs schelpenpaadjes, weiland, hooiland, beekdalhooiland, blauwgrasland, hellinggrasland, bergweiden, soms in kalkhellinggrasland, lemige heide, struwelen langs spoorwegen, afgravingen en duinvalleien.
Verspreiding
Wereld-West- en Midden-Azië en bijna heel Europa. Ook in Noord-Amerika.
Nederland-Inheems. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl