Naamgeving (Etymologie): Typha komt van het Griekse tiphos (moeras), dus een moerasplant of van het Griekse typhoo (roken), vanwege het vroegere gebruik van de bloeikolven om smeulend vuur aan te houden. Latifolia betekent met brede bladen.
Kruising: Grote lisdodde kan een bastaard vormen met Kleine lisdodde (Typha x glauca).
Beschrijving
(Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Eenslachtig. Eenhuizig. De vrouwelijke bloeiaar is donkerbruin en wordt later witgevlekt. Deze is 1½-3 cm breed. De aren zijn 10-20 cm lang. De mannelijke bloeiaar is strokleurig en ongeveer even lang als de vrouwelijke aar. De mannelijke bloeiaar staat meestal onmiddellijk boven de vrouwelijke aar. De vrouwelijke bloemen staan niet in de oksels van kleine schutbladen (een verschil met Kleine lisdodde).De stempel is scheef ruit-langwerpig.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Het witte vruchtpluis zorgt voor de verspreiding van de zaden via de wind. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.
Bodem: Zonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen in en langs voedselrijk, stilstaand of langzaam stromend, matig zuur tot kalkhoudend water (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen: Water
en waterkanten (sloten, vaarten, rivieren, poelen e.d), afgravingen (zand-, klei- en leemgroeven), natte ruigten, pas ingepolderde terreinen, opgespoten grond, heide (voedselrijk geworden
heidevennen en hoogveenputten), moerassen (rietland), bossen (moerasbossen) en in 's zomers droogvallende sloten.
Verspreiding
Wereld: Gematigde streken op het noordelijk halfrond. Ook in Zuid-Amerika, Afrika en Australië.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Vrij algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 10, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1849)
Cruijdeboek, deel 4, Rembert Dodoens. Corenen, Legumina, Distelen ende dyerghelijcke (1554)
Flora von Deutschland,
Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Repräsentanten einheimischer Pflanzenfamilien in bunten Wandtafeln mit erläuterndem Text, C. Bollmann (1879-1882)
New Kreüterbuch, L. Fuchs (1543)
New Kreüterbuch, P.A. Mattioli (1563)
Svensk botanik, deel 8, J.W. Palmstruch e.a. (1807-1838)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
British entomology, deel 2, J. Curtis (1823-1840)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Dictionnaire pittoresque d’histoire naturelle et des phénomènes de la nature, deel 3 (1833-1839)
Hortus Romanus juxta Systema Tournefortianum, deel 8, Giorgio Bonelli (1783-1816)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Genera plantarum florae germanicae, Monocotyledones 2 Cyperaceae, deel 3, T.F.L. Nees von Esenbeck (1843)
Bilder ur Nordens Flora, deel 3, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 9, J.E. Sowerby (1869)
Flora Londinensis, deel 3, William Curtis (1778-1781)
Flora Parisiensis, deel 4, P. Bulliard (1776-1781)
Histoire naturelle des végétaux, Atlas, E. Spach, M. elle F. Legendre (1834-1847)