|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Grote pimpernel - Sanguisorba officinalis
Frysk-Grutte pimpernel
English-Great Burnet
Français-Grande pimprenelle
Deutsch-Großer Wiesenknopf
Synoniemen-Groot sorbenkruid, Poterium officinalis
Familie-Rosaceae (Rozenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Pimpernel komt van het Latijnse piperinus (als van peperkorrels), naar de vorm van de vruchten. Sanguisorba betekent bloedkruid en is afgeleid van sanguis (bloed) en sorbere (slurpen). Die naam staat in verband met het vroegere gebruik als bloedstelpend middel, maar volgens sommige anderen dachten de mensen vroeger dat het eten van deze plant door koeien, de melk bloederig zou kleuren. Officinalis komt van het Latijnse officium (werkplaats, in plantkundig/medische verband is dat de apotheek). Officinalis betekent dus in gebruik in de apotheek / geneeskrachtig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m september.
Afmeting-30-100 (-150) cm.
|
|
|
|
Wortels-Een kruipende, vezelige wortelstok.
|
|
Stengels-Pollen vormend. De rechtopstaande stengels zijn vertakt, gegroefd en alleen aan de basis behaard.
|
|
|
|
Bladeren-De gesteelde en geveerde bladen vormen eerst een rozet. De onderste bladen met zeven tot vijftien deelblaadjes. Deze worden 2-4 cm lang en zijn eivormig. De bovenste blaadjes zijn 2-5 (-7) cm lang. De blaadjes hebben aan beide kanten ongeveer twaalf tanden en van onderen zijn ze grijsgroen.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De 1-3 cm grote bloemhoofdjes zijn eivormig. De bloemdekbladen zijn donker paars-rood. Elke bloem heeft vier meeldraden, die even lang zijn als de roodbruine kelk. De stijl is vrij lang en de stempel bolvormig en kort behaard. Er zijn geen kroonbladen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn zeer kortlevend korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen op natte tot vochtige, matig voedselrijke, licht bemeste grond, meestal op plekken met basische kwel. Vaak op gemengde grond zoals zandige rivierklei, zandig laagveen, kleiig zand en kleiig veen, ook op leem en laagveen.
Groeiplaatsen-Langs greppels, bergweiden, weinig of niet bemest hooiland, vloeiweiden, periodiek overstroomd grasland, uiterwaarden, schrale stroken hooiland tussen petgaten, bermen, rivierdijken en spoordijken.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde en koude streken in Europa en Azië en in Alaska.
Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Zeldzaam.
Toepassingen
Grote pimpernel werd eeuwenlang gebruikt als bloedstelpend middel. De tekenleer bracht de donker bruinrode kleur van de bloemen in verband met bloed. De plant werkt samentrekkend op slijmvliezen en huid. Een aftreksel van gedroogde bladeren werd gedronken tegen diarree en darmstoringen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl