Naamgeving (Etymologie): De naam Stekelnoot heeft te maken met de stekelige vrucht. Xanthium komt van het Griekse xanthos (geel), de soorten werden vroeger gebruikt om geel te verven. Orientale betekent oosters. Strumarium komt van struma (kliergezwel), omdat de plant daartegen werd gebruikt.
Opmerking: Voorheen werden de drie soorten als ondersoorten beschouwd, maar tegenwoordig worden ze als afzonderlijke soorten onderscheiden: Late
stekelnoot (Xanthium strumarium), Grote
stekelnoot (Xantium orientale) en Stekende stekelnoot (Xanthium spinosum). De verschillen zijn echter klein. Stekende stekelnoot komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Late stekelnoot komt uit Europa en Azië en komt in onze omgeving onbestendig voor.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De verspreidstaande bladeren zijn vrij dun, donkergroen, eirond tot driehoekig, borstelharig en met een wigvormig versmalde voet. Ze zijn drie- tot vijflobbig of ze zijn niet ingesneden.
Bloemen: Eenslachtig. De bloemhoofdjes zitten in kluwens aan de zijkanten van de bloeistengels of of soms ook aan het eind. De groenachtige hoofdjes zijn 5-6 mm. De bolvormige mannelijke hoofdjes staan boven de eivormige vrouwelijke hoofdjes. omwindselbladen met rechte of haakvormige stekels.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De rijpe bolster is donkergroen en onderaan ijl en bovenaan dicht bestekeld. De bolster is 1-3 cm lang en heeft meestal behaarde en gekromde stekels. De snaveltanden zijn recht of gekromd. Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke, met name stikstofrijke grond.
Groeiplaatsen: Waterkanten (periodiek ondergelopen zand- en grindoevers langs rivieren en plassen en rivierstrandjes) en uiterwaarden.
Verspreiding
Wereld: Grote stekelnoot: Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. De plant is ingeburgerd in o.a. Europa, behalve in het noordelijkste deel, in Zuid-Amerika, Azië en Australië. Late stekelnoot: Oorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu wereldwijd. Stekende stekelnoot: Oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Ingeburgerd in veel andere gebieden.
Grote stekelnoot
Late stekelnoot
Stekende stekelnoot
Nederland: Grote stekelnoot: Vrij zeldzaam in het rivierengebied van Midden-Nederland en langs de Maas in Limburg. Ingeburgerd sinds 1957. Late stekelnoot: Vrij zeldzaam. Het meest in stedelijke gebieden. Niet ingeburgerd. Stekende stekelnoot: Zeer zeldzaam. Niet ingeburgerd.
Grote stekelnoot
Late stekelnoot
Stekende stekelnoot
Vlaanderen: Grote stekelnoot: Zeldzaam ingeburgerd langs de Maas. Elders niet lang standhoudend. Late stekelnoot: Niet ingeburgerd. Stekende stekelnoot: Zeer zeldzaam. Niet ingeburgerd.
WalloniëGrote stekelnoot: Mogelijk zeldzaam ingeburgerd langs de Maas. Late stekelnoot: Niet ingeburgerd. Stekende stekelnoot: Zeer zeldzaam. Niet ingeburgerd.
Grote stekelnoot
Late stekelnoot
Stekende stekelnoot
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stekende stekelnoot
Flora Batava, deel 17, Jan Kops en F.W. van Eeden (1885)
Flora Batava, deel 18, Jan Kops en F.W. van Eeden (1889)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche
beschryvingen. Deel 4 (1800)
Cleyn Clissen
Cruijdeboek, deel 1, Rembert Dodoens. Gheslacht, onderscheet, fatsoen, naemen, cracht ende werckinghe (1554)
Flora regni borussici, deel 11, A.G. Dietrich (1843)
Genera plantarum florae germanicae, Conspectus, deel 5, T.F.L. Nees von Esenbeck (1845)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 5, J.E. Sowerby (1866)
A curious herbal, deel 2, E. Blackwell (1739)
Atlas des plantes de France, deel 2, Amédée Masclef (1890)
Xanthium Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
Botanische wandplaten
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
New Kreüterbuch, L. Fuchs (1543)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Herbarium Blackwellianum, deel 5, E. Blackwell (1765)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)