Naamgeving (Etymologie): Alopecurus komt van het Griekse alopex (vos) en oura (staart), vanwege de vorm van de aar. Pratensis betekent in weiden groeiend.
Kruising: Grote vossenstaart kan een kruising vormen met Geknikte vossenstaart (Alopecurus x hybridus). De bastaard is onvruchtbaar
en intermediair tussen de ouders.
De plant onderscheidt zich van Geknikte vosenstaart door de 3½-4½ mm lange aartjes en van Grote vossenstaart door de spitsere, langere tongetjes (vrij zeldzaam).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: April, mei en juni, maar soms ook in augustus, september en oktober.
Bladeren: De lichtgroene bladeren zijn 0,6-1 cm breed. De bovenkant is ruw en zwak geribd. De ribben staan niet dicht opeen. Het tongetje is stevig, 1-2½ mm en in het midden nauwelijks hoger dan aan de kanten. De bladscheden zijn glad en die van de bovenste bladeren zijn iets opgeblazen.
Bloemen: Tweeslachtig. De zacht behaarde bloeiwijze is vrij fors tot 10 cm lang en 0,5-1 cm breed (een dichte aar). De aartjes zijn 4-6 mm lang, eivormig tot elliptisch , kort gesteeld en staan met vier tot zes aan één zijtakje. De 2 -3½ mm lange helmknoppen zijn roomwit of paars, maar later worden ze bruin. De meeldraden steken ver naar buiten. De 5 mm lange kelkkafjes zijn over 1/3 van de hoogte vergroeid. Op de kielzijn ze gewimperd. De naald van het onderste kroonkafje wordt tot 9 mm lang, meestal vlak boven de voet aangehecht en zwak knievormig verbogen. De draadvormige stempels zijn grijswit.
Bodem: Zonnige plaatsen op vochtige tot
vrij natte, voedselrijke, vaak bemeste grond (alle grondsoorten, maar het meest op klei).
Groeiplaatsen: Grasland (uiterwaarden en periodiek overstroomd grasland), dijken, bermen, waterkanten, bossen (lichte loofbossen), bosranden, essenhakhout, heggen, struwelen en ruigten.
Verspreiding
Wereld: West- en Noord-Azië, Noordwest-Afrika en Europa, behalve in het uiterste zuiden. Ingeburgerd in Oost-Azië,
Australië en Noord- en Zuid-Amerika.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Vrij algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 6, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1832)
Deutschlands flora, deel 2, J. Sturm, J.W. Sturm (1801-1802)
Deutschlands Flora
in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Icones plantarum medico-oeconomico-technologicarum, deel 3, F.B. Vietz (1806)
Plantarum indigenarum et exoticarum Icones ad vivum coloratae, deel 8 (1794)
Bilder ur Nordens Flora, deel 3, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
`
Svensk botanik, deel 1, J.W. Palmstruch e.a. (1803)
British entomology, deel 7, J. Curtis (1823-1840)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Gramen phalarioides alterum - Gramen alopecuroides Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
Species graminum, deel 1, K.B. Trinius en W.G. Pape (1823-1828)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Flora regni borussici, deel 9, A.G. Dietrich (1841)
Genera plantarum florae germanicae, Monocotyledones 1 Graminae, deel 2, T.F.L. Nees von Esenbeck (1843)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Flora Londinensis, deel 5, William Curtis (1784-1788)
Atlas des plantes de France, deel 3, Amédée Masclef (1893)