Wilde planten in Nederland en België | |
Grote vossenstaart - Alopecurus pratensis
Frysk: Kúndergers
English: Meadow foxtail
Français: Vulpin des prés
Deutsch: Wiesenfuchsschwanz
Synoniemen:
Familie: Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): Alopecurus komt van het Griekse alopex (vos) en oura (staart), vanwege de vorm van de aar. Pratensis betekent in weiden groeiend.
Kruising: Grote vossenstaart kan een kruising vormen met Geknikte vossenstaart Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend. Plantvorm: Gras. Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Hoofdbloei: April t/m juni, maar vaak opnieuw in augustus t/m november. Afmeting: 30-120 cm.
Wortels
Stengels: Losse pollen vormend. De stengels staan rechtop of zijn bij de voet geknikt. Ze wortelen alleen op die plek (korte uitlopers).
Bladeren: De lichtgroene bladen zijn 0,6-1 cm breed. De bovenkant is ruw en zwak geribd. De ribben staan niet dicht opeen en springen nauwelijks uit. Het tongetje is stevig, 1-2½ mm en in het midden nauwelijks hoger dan aan de kanten. De bladscheden zijn glad en die van de bovenste bladen zijn iets opgeblazen.
Bloemen: Tweeslachtig. De zacht behaarde bloeiwijze is vrij fors tot 10 cm lang en 0,5-1 cm breed (een dichte aar). De aartjes zijn 4-6 mm lang, eivormig tot elliptisch, kort gesteeld en staan met vier tot zes aan één zijtakje. De 2 -3½ mm lange helmknoppen zijn roomwit of paars, maar later worden ze bruin. De meeldraden steken ver naar buiten. De 5 mm lange kelkkafjes zijn over 1/3 van de hoogte vergroeid. Op de kiel zijn ze gewimperd. De naald van het onderste kroonkafje wordt tot 9 mm lang, meestal vlak boven de voet aangehecht en zwak knievormig verbogen. De draadvormige stempels zijn grijswit.
Vruchten: Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem: Zonnige plaatsen op vochtige tot
vrij natte, voedselrijke, vaak bemeste grond (alle grondsoorten, maar het meest op klei).
Groeiplaatsen: Grasland (uiterwaarden en periodiek overstroomd grasland), dijken, bermen, waterkanten, bossen (lichte loofbossen), bosranden, essenhakhout, heggen, struwelen en ruigten.
Verspreiding Wereld: West- en Noord-Azië, Noordwest-Afrika en Europa, behalve in het uiterste zuiden. Ingeburgerd in Oost-Azië,
Australië en Noord- en Zuid-Amerika.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen. Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
2001-2022 K.M. Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Willie Riemsma - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Donald Hobern - CC BY 2.0
Neuchâtel Herbarium - CC
BY-SA 3.0
Neuchâtel Herbarium - CC
BY-SA 3.0
Neuchâtel Herbarium - CC
BY-SA 3.0
pilmar - CC BY-NC 4.0
Alexander Rumpel - CC BY-NC 4.0
Fir0002 - CC
BY-SA 3.0
Donald Hobern - CC BY 2.0
Yoan Martin - tela-botanica.org - CC BY-SA 2.0 FR
Yoan Martin - tela-botanica.org - CC BY-SA 2.0 FR
hchrish200 - CC BY-NC 4.0
Cor Nonhof - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Rosser1954 - CC BY-SA 4.0
Steve Hurst - USDA-NRCS PLANTS Database
Gérard Leveslin - tela-botanica.org - CC BY-SA 2.0 FR
Gérard Leveslin - tela-botanica.org - CC BY-SA 2.0 FR
Wallonië: Vrij algemeen.