Frysk-Triedbearzerûch English-Hairlike Pondweed Français-Potamot capillaire Deutsch-Haar-Laichkraut Synoniemen-Haarfijn fonteinkruid Familie-Potamogetonaceae (Fonteinkruidfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Potamogeton is afgeleid van het Griekse potamos (rivier) en geiton (buurman), m.a.w. een rivierbewoner. Trichoides betekent haarachtig of haarfijn. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hydrofyt. Hoofdbloei-Juni en juli. Afmeting-30-75 cm.
Wortels-Een draadvormige, rijk vertakte wortelstok. Aan de knobbels bij de stengelknopen kan een zwevende wortel ontstaan. Stengels-Een onbehaarde plant. De zeer dunne, draadvormige stengels zijn vrijwel rond, bleek en sterk vertakt, met meestal 2 tot 5 cm lange leden en vaak met verkorte takken (schijnbaar bladbundels) in de bladoksels.
Bladeren-Alle bladen zijn ondergedoken. De grasachtige, zittende bladen zijn smal lijnvormig (draadvormig) tot borstelvormig, meestal 2-3 cm lang en 0,5-1 mm breed, donkergroen en meestal weinig doorschijnend. Naar de top (toegespitst) en de voet versmallen ze zeer geleidelijk. De middennerf is dikker dan de rest van het blad. Er zijn nauwelijks zijdelingse nerven. Aan de voet van ieder blad zitten twee min of meer duidelijke zwartachtige knobbels. De scheden (steunblaadjes) in de bladoksels zijn tot 7 mm lang, spits, meest bruin en vallen spoedig af.
Bloemen-Tweeslachtig. De aren zijn los, vier tot achtbloemig, met meestal maar één vruchtje in iedere bloem. De draadvormige aarstelen zijn twee tot drie maal zo lang als de aren (tot 5 cm lang). De bloemen zijn groenig of bruinachtig. De soort bloeit niet vaak.
Vruchten en zaden-Een steenvrucht. De vruchtjes zijn vrij groot (3 mm lang en 2 mm breed), half cirkelrond, de buikzijde is bijna recht, maar met onderaan een uitsteekseltje en loopt naar boven in een kort, recht spitsje uit. Vaak is er één nootje per bloem, maar soms tot drie. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige plaatsen in ondiep, stilstaand tot zwak stromend, matig voedselrijk tot voedselrijk, soms vervuild, zwak zuur tot kalkhoudend, zoet of zeer zwak brak water op allerlei bodems, maar het meest op klei en leem. Groeiplaatsen-Vijvers, poelen, plassen, kanalen, sloten, beken, kleine riviertjes en kwelplekken. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid-, Midden- en West-Europa, West-Azië en Noordwest-Afrika. Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |