|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Harige ratelaar - Rhinanthus alectorolophus
Frysk
English-European Yellow rattle
Français-Rhinanthe crête-de-coq
Deutsch-Zottiger Klappertopf
Synoniemen
Familie-Orobanchaceae (Bremraapfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Rhinanthus komt van het Griekse rhis of rhinos (neus) en anthos (bloem), hetgeen slaat op de bovenlip van de bloemkroon, die als een neus vooruitsteekt. Alectorolophus is afgeleid van het Griekse alector (haan) en lophos (kam).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting- 20-80 cm.
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Wortels-Een penworteltje.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, vierkantige stengels hebben geen zwarte strepen, zijn al dan niet vertakt en met name bovenaan rondom dicht behaard.
![]() © Marian Baars - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Bladeren-De tegenoverstaande bladen zijn langwerpig tot eirond. Ze zijn getand en bleekgroen. Ze zijn wollig behaard. Ze hebben niet genaalde, gelijkmatige en niet zeer spitse tanden.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De tegenoverstaande, gezaagde schutbladen zijn bleker (gelig groen) dan de stengelbladen. Ze hebben korte driehoekige tanden waarvan de onderste nauwelijks zijn dan de bovenste. De alleenstaande bloemen groeien in de oksels van de schutbladen. Ze zijn geel en worden 1,5-2,5 cm lang. Ze hebben een naar boven gebogen kroonbuis. De twee tanden van de bovenlip zijn meer lang dan breed, blauwpaars en 1-2 mm lang. De keel is gesloten. De platte kelk is wollig behaard met lange meercellige haren en met korte eencellige haren. De vier kelkbladen zijn vergroeid. Er zijn vier meeldraden, een bovenstandig vruchtbeginsel en één stijl met twee stampers.
![]() Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl | ![]() © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl |
Vruchten en zaden-De zaden rammelen (ratelen) in de rijpe doosvrucht. Tweezaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, vrij open plaatsen (een niet te dichte grasmat) op matig droge tot meestal vrij vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, licht bemeste en kalkrijke grond (zand, leem en mergel).
Groeiplaatsen-Kalkgrasland, uiterwaarden, weiland, vochtig hooiland, grazige hellingen, tamelijk steile hellingen en bermen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Europa.
Nederland-Inheems. Zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl