Wilde planten in Nederland en België

Harig zenegroen - Ajuga genevensis

Frysk

English-Cornish bugle

Français-Bugle de Genève

Deutsch-Genfer Günsel

Synoniemen-Heidezenegroen

Familie-Lamiaceae (Lipbloemenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-De naam zenegroen is uit het Middel-Nederlandse singroone (altijd groen) ontstaan. Ajuga is mogelijk een verbastering van het door Plinius gebruikte woord abiga, dat is afgeleid van abigere (afdrijven). Het zou ook kunnen afstammen van het griekse aguisos (zwak in de gewrichten). Ajuga chamaepitys diende namelijk als middel tegen jicht). Genevensis betekent van Genève.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-April t/m juli.

Afmeting-5-40 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Wortels-Dunne, ondergrondse wortelstokken (geen bovengrondse uitlopers).


storage.idigbio.org - cc by-nc 3.0


storage.idigbio.org - cc by-nc 3.0


storage.idigbio.org - cc by-nc 3.0


bisque.iplantcollaborative.org - cc by-nc 3.0

Stengels-De stengels zijn rondom behaard en vaak vrij wollig. Er zijn geen uitlopers.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-De bladen zijn langwerpig, getand en soms ondiep gelobd. De wortelbladen hebben een lange steel. Deze bladen zijn meestal al tegen de bloeitijd verwelkt.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-De bovenste schutbladen hebben drie lobben of ze zijn diep gekarteld. Vaak zijn ze blauw aangelopen. De bovenste zijn korter dan de bloemen. De onderste schutbladen eveneens met drie (zwakke) lobben. De 1,2-2 cm grote, blauwe of soms roze of witte bloemen groeien in bebladerde aren. Ze hebben een zeer korte tweedelige bovenlip en een veel langere driedelige onderlip. Iedere bloem heeft vier meeldraden.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Een splitvrucht. Tweezaadlobbig.


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op matig droge, matig voedselrijke, kalkrijke grond (mergel en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Kalkgrasland, hellinggrasland, bermen en open plekken in bossen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuid- en Midden-Europa.

Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl