Frysk English Cornish bugle Français Bugle de Genève Deutsch Genfer Günsel Synoniemen Heidezenegroen Familie Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie) De naam zenegroen is uit het Middel-Nederlandse singroone (altijd groen) ontstaan. Ajuga is mogelijk een verbastering van het door Plinius gebruikte woord abiga, dat is afgeleid van abigere (afdrijven). Het zou ook kunnen afstammen van het griekse aguisos (zwak in de gewrichten). Ajuga chamaepitys diende namelijk als middel tegen jicht). Genevensis betekent van Genève. Uitgebreide beschrijving Levensduur Overblijvend. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei April t/m juli. Afmeting 5-40 cm. Klik op een afbeelding om te vergroten.
Wortels Dunne, ondergrondse wortelstokken (geen bovengrondse uitlopers).
Stengels De stengels zijn rondom behaard en vaak vrij wollig. Er zijn geen uitlopers.
Bladeren De bladen zijn langwerpig, getand en soms ondiep gelobd. De wortelbladen hebben een lange steel. Deze bladen zijn meestal al tegen de bloeitijd verwelkt.
Bloemen De bovenste schutbladen hebben drie lobben of ze zijn diep gekarteld. Vaak zijn ze blauw aangelopen. De bovenste zijn korter dan de bloemen. De onderste schutbladen eveneens met drie (zwakke) lobben. De 1,2-2 cm grote, blauwe of soms roze of witte bloemen groeien in bebladerde aren. Ze hebben een zeer korte tweedelige bovenlip en een veel langere driedelige onderlip. Iedere bloem heeft vier meeldraden.
Vruchten en zaden Een splitvrucht. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige of half beschaduwde plaatsen op matig droge, matig voedselrijke, kalkrijke grond (mergel en stenige plaatsen). Groeiplaatsen Kalkgrasland, hellinggrasland, bermen en open plekken in bossen. Verspreiding Wereld Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuid- en Midden-Europa. Nederland Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam. Vlaanderen Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |