Frysk-Toffels en skuon English-Green-winged Orchid Français-Orchis bouffon Deutsch-Kleines Knabenkraut Synoniemen-Orchis morio Familie-Orchidaceae (Orchideeënfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Anacamptis komt van het Griekse anakamptoo (ombuigen), omdat de zijdelingse, buitenste bloemdekdelen afstaan. Morio betekent harlekijn. Kruising-Harlekijn x Brede orchis (Orchis x boudieri) Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Geofyt. Hoofdbloei-April t/m juni, soms ook in september en oktober. Afmeting-8-30 cm.
Wortels-Meestal is er maar één, rondachtige knol, maar enkele keer meer dan één. De plant groeit dan in polletjes. Stengels-De lichtgroene, niet behaarde en bebladerde stengels zijn kantig en worden naar boven toe roodpaars. Aan de stengelvoet zitten spitse, witachtige scheden.
Bladeren-De bladen vormen meestal een rozet. De bovenkant is niet of maar weinig glanzend. Ze zijn langwerpig tot breed langwerpig en niet gevlekt. De bovenste, kleinenere bladen omvatten met de schede de stengel.
Bloemen-Tweeslachtig. De vrij ijle aar bevat hoogstens vijftien bloemen. De schutbladen zijn eirond-lancetvormig, dunvliezig, gekleurd, zonder dwarsnerven, 3-5-nervig, de hogere zijn éénnervig. Zij zijn hoogstens even lang als het vruchtbeginsel. De vrijwel geurloze bloemen zijn donker roodpaars, roze of wit. De buitenste bloemdekbladen zijn paarsrood met een zestal groene nerven (de helm is zeer stomp). De bloemlip is 0,7-1 cm. De lip is meer breed dan lang, heeft drie lobben van brede, min of meer teruggeslagen, afgeronde zijslippen en een korte, iets in tweeën gespleten middenslip. De middenslip van de lip staat naar voren uit. De cylindrisch-knotsvormige spoor is vrij lang, staat horizontaal of wijst iets omhoog, is ongeveer even lang als de lip, maar korter dan het vruchtbeginsel. Dit vruchtbeginsel is zittend, verlengd spilvormig, naar boven sterk gekromd, meestal driekantig, vaak purper aangelopen. Het zuiltje is kort met een stomp uitlopend helmbindsel.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige plaatsen op vrij vochtige, matig voedselarme, weinig of niet bemeste, zwak zure tot kalkhoudende grond (zand, leem, klei, zavel, kleihoudend veen en mergel). Vaak op plaatsen met basische kwel. Groeiplaatsen-Laagblijvend grasland, blauwgrasland, schraal hooiland, grazige hellingen, vrij droog grasland in hoge uiterwaarden, verlaten groeven, brakwaterveen, voormalige zandplaten en duingrasland. Verspreiding Wereld-Voornamelijk in Europa, behalve in het noorden. Nederland-Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |