Wilde planten in Nederland en België | |
Helm - Calamagrostis arenaria
Frysk: Helm
English: Marram grass
Français: Dunes blanches
Deutsch: Strandhafer
Synoniemen: Ammophila arenaria
Familie: Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): Calamagrostis komt van het Latijnse calamus (riet) en agrostis, omdat de planten instaan tussen de geslachten riet (Phragmites) en Agrostis. Ammophila komt van het Griekse ammos (zand) en philos (vriend), omdat de plant op zandgrond groeit. Arenaria betekent zand.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Gras.
Winterknoppen: Geofyt.
Hoofdbloei: Juni en juli.
Afmeting: 50-120 cm.
|
|
|
|
Wortels: Lange, dikke, verticale, naar boven vertakte wortelstokken. Een uitgebreid wortelstelsel.
|
|
|
|
Stengels: Dichte pollen vormend. Rechtopstaande bloeistengels.
|
|
|
|
Bladeren: De tot 50 cm lange, grijsgroene bladeren zijn stijf, spits en meestal opgerold (minder verdamping). Aan de bovenkant zie je sterk uitspringende, breekbare ribben. Ze worden tot een halve meter lang en zijn dicht begroeid met haartjes die allemaal even kort zijn. Het lange tongetje is spits en wordt tot 3 cm lang. De bladscheden overlappen elkaar.
|
|
|
|
Bloemen: Tweeslachtig. De niet gelobde bloeiwijze is strogeel. De aarpluim is dicht, rolrond, bleek strokleurig en 7-22 cm lang met zeer korte, rechtopstaande zijtakken. De aartjes (1-1,6 cm) staan meestal dicht bijeen, maar soms staan ze iets uiteen. Ze bevatten maar één bloem. Van binnen hebben ze fijne haren. Het onderste kroonkafje (lemma) is aan de voet omgeven met haren, die ongeveer eenderde keer zo lang zijn, vlak onder de top met een 0,2-0,8 mm lang uitsteeksel. Het éénnervige onderste kelkkafje is iets korter dan het drienervige bovenste. De helmknoppen zijn ongeveer een 0,5 cm.
|
|
|
Vruchten: Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
![]() Steve Hurst - USDA-NRCS PLANTS Database |
|
|
Biotoop
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, stuivende, vaak brakke, kalkarme tot kalkrijke zandgrond. Pionier.
Groeiplaatsen: Zeeduinen (o.a. in stuifkuilen in de binnenduinen), binnenlandse zandverstuivingen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen) en industrieterreinen.
Verspreiding
Wereld: Langs de West-Europese kusten, noordelijk tot de Faröer en Zuid-Scandinavië. Ook rondom de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Ingeburgerd aan de westkust van Noord-Amerika en in Australië.
Nederland: Algemeen langs de kust, zeldzaam in Zeeland en langs het IJsselmeer. Elders waarschijnlijk alleen oorspronkelijk aangeplant.
Vlaanderen: Algemeen in het kustgebied. Elders zeldzaam, o.a. op stuifduinen in de Kempen.
Wallonië: Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
2001-2022 K.M. Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL