|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Hemelsleutel - Hylotelephium telephium
Frysk-Himellof
English-Orpine
Français-Orpin reprise
Deutsch-Purpur-Fetthenne
Synoniemen-Sedum telephium, Sedum purpurascens, Sedum purpureum
Familie-Crassulaceae (Vetplantenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Er zijn een aantal verhalen in omloop als verklaring van de naam Hemelsleutel.
1. Sint-Petrus verloor zijn sleutelbos aan de hemelpoort en op de plaats waar de sleutels vielen, ontstond de plant.
2. In sommige streken werd een bundeltje van deze planten als sieraad tegen het plafond of een binnenmuur met de wortels naar omhoog gehangen. Als men dan rond de wortels klei aanbracht en die nat hield, bogen er bloemknoppen naar boven en liepen ze uit (naar de hemel).
3. De bloemen zouden de baard vormen van een grote sleutel waarmee de hemelpoort geopend kan worden.
De herkomst van het woord Sedum is onduidelijk. Sedum is mogelijk afgeleid van het Latijnse sedere (zitten). De plant zat op rotsen. Anderen leiden de naam af van het Latijnse sedare (verzachten), enkele soorten werden vroeger als verzachtend middel gebruikt. Telephium komt Telephus. Dit was een koning van een land in Klein-Azië, die zijn wonden zou helen met deze plant.
Ondersoorten-Hemelsleutel is een variabele soort die in sommige flora's wordt verdeeld in een aantal Ondersoorten-Gewone hemelsleutel - Hylotelephium telephium subsp. telephium, Maashemelsleutel - Hylotelephium telephium subsp. fabaria, Bleke hemelsleutel - Hylotelephium telephium subsp. maximum, Roze hemelsleutel - Hylotelephium spectabile en Bastaardhemelsleutel - Hylotelephium 'Herbstfreude' (H. spectabile x telephium).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m september.
Afmeting-25-60 cm.
|
|
|
|
Wortels-Wortelknollen. Worteldelen kunnen uitgroeien tot nieuwe planten. Soms met uitlopers.
|
|
|
|
Stengels-De stengels staan rechtop of zijn boogvormig opstijgend. Onder de bloeiwijze zijn ze niet vertakt. Stengeldelen kunnen gaan wortelen.
|
|
|
|
Bladeren-De zittende, vlezige, lichtgroene tot blauwgroene bladen zijn kaal en worden 5-8 cm. De groene stengelbladen zijn eirond tot omgekeerd eirond-lancetvormig en gekarteld tot getand. De bovenste staan verspreid, de andere zijn tegenoverstaand of ze staan in kransen van drie. De bladvoet is hartvormig en afgerond of versmald.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. Dichtbloemige schermvormige tuilen (half bolvormig) met paarsrode, roze, groengele of witachtige, 0,8-1 cm grote bloemen. De bloemen hebben vijf 3-5 mm lange kroonbladen. Ook zijn er vijf groene, driehoekige (deltavormige), ongeveer 1,5-1,2 mm lange kelkbladen. Bloemen met tien meeldraden en vijf bovenstandige vruchtbeginsels met een stijl en stempel. De meeldraden zijn iets korter dan de kroonbladen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De vruchten worden maar zelden rijp. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op vrij droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, niet of weinig bemeste, matig zure tot kalkrijke (basische) grond (zand, leem, lichte klei en zavel).
Groeiplaatsen-Bermen, grasland (met name op perceelsranden), slootkanten, rivierdijken, kanaaldijken, spoordijken, lichte bossen, struwelen, kalkrijke bosranden, heggen en binnenduinen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde en koele streken in Europa en Azië.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Toepassingen
De plant was vroeger in gebruik als wondhelend en bloedstelpend middel.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl