Naamgeving (Etymologie): Fijnstraal slaat op de fijne straalbloemen. Conyza betekent bedekt met as, waarschijnlijk door het grijze zaadpluis dat aan as doet denken. Sumatrensis verwijst naar Sumatra.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen:
Therofyt.
Bloeimaanden: Augustus, september, oktober, november en december.
Bloemen: Polygaam. De smalle, 5-11 mm brede bloemhoofdjes vormen een brede of ruitvormige pluim met korte zijtakken. De omwindselbladen zijn eenkleurig groen. De buisbloemen zijn meestal vijflobbig en de lintbloemen zijn 0,2 tot 0,5 mm lang.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Het vruchtpluis is gelig wit of cremekleurig. Tweezaadlobbig.
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Zonnige, warme, open plaatsen (pioniervegetaties) op droge, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond.
Groeiplaatsen: Braakliggende grond, tussen straatstenen, industrieterreinen, oude muren, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), voetpaden, stenige plaatsen, zeeduinen en bij voederkuilen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika. Ingeburgerd in in Europa, Azië en in Australië en Nieuw-Zeeland.
Nederland: Plaatselijk vrij algemeen, met name in stedelijke gebieden en in het rivierengebied. Ingeburgerd tussen 1975 en 1999.
Vlaanderen: Algemeen ingeburgerd. Voor het eerst gevonden in 1990.
Wallonië: Vrij zeldzaam ingeburgerd.