Naamgeving (Etymologie): Raket komt van het Franse roquette, dat is afgeleid van het Latijnse eruca, de naam voor een koolplant. Sisymbrium komt van het Oudgriekse sisymbrion, waarmee verschillende aromatische planten werden aangeduid (munt of waterkers). Altissimum
betekent zeer
hoog of het hoogste.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De bladeren zijn bijna tot op de middennerf ingesneden. De rozetbladen zijn veerspletig, ruw behaard en snel verdorrend. De verspreidstaande stengelbladen zijn zittend en veerdelig met twee tot vijf paar heel smalle, lijnvormige slippen.
Bloemen: Tweeslachtig. De stengel en vertakkingen eindigen in trossen bloemen. De lichtgele bloemen (met vier kroonbladen) zijn 1-1,1 cm. De vier kelkbladen staan wijd uit, de buitenste twee met bovenaan een hoorntje. Er zijn geen schutbladen. Iedere bloem heeft zes meeldraden, waarvan twee iets kleiner zijn. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met één stijl.
Vruchten: Een doosvrucht. De lange, dunne hauwtjes zijn 5-10 cm. Ze staan schuin af op een korte steel en zijn meestal gebogen. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, warme, open plaatsen (pionier) op droge, matig voedselarme tot meestal matig voedselrijke, kalkhoudende, omgewerkte zandgrond (ook wel op zavel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Braakliggende grond, omgewerkte grond, puin, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), ruderale plaatsen, ruigten (kalkrijke ruigten), industrieterreinen, haventerreinen, bermen (open
plaatsen), plantsoenen, tegen
muren, in de voegen van bestrating en zeeduinen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Midden- en West-Azië en Oost-Europa. Ingeburgerd in het grootste deel van Europa en in Noord-Amerika.
Nederland: Vrij algemeen in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Elders plaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in het noorden, in Zeeland en in Zuid-Limburg.