|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Italiaanse aronskelk - Arum italicum
Frysk-Italiaanske aronstsjelk
English-Italian Lords-and-ladies
Français-Gouet d'Italie
Deutsch-Italienischer Aronstab
Synoniemen
Familie-Araceae (Aronskelkfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Er zijn verschillende verklaringen voor de naam Aronskelk (Arum) in omloop. Een daarvan is het volgende religieuze verhaal. Toen Jozef en de verspieder Kaleb naar het beloofde land trokken namen zij de staf van Aeron mee. Op deze staf droegen zij een druiventros. Nadat de druiventros van de staf was genomen staken zij de staf in de grond. Op die plek schoot toen een Aronskelk (Arum) uit de grond. Het werd het zinnebeeld van een gezegende vruchtenoogst.
De kelk is de beker waar de insecten in vallen en zo met stuifmeel bedekt raken.
De naam Arum kan ook zijn afgeleid van het Griekse aros (nuttig). Anderen beweren dat het de naam afkomstig is van het Griekse rainoo (bevochtigen), omdat de plant op vochtige plaatsen groeit, of het komt van aroo (bevestigen), omdat de zijslippen van de bladen op een haak lijken, die de timmerlieden gebruikten om houten voorwerpen in verband te houden. Italicum betekent Italiaans.
Kruising-Arum italicum x maculatum is de kruising van Italiaanse aronskelk en Gevlekte aronskelk.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-Mei en juni.
Afmeting-30-60 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een grote, langwerpige, 5 cm lange en 3 cm dikke, horizontale knol.
|
|
|
Stengels-Een onbehaarde plant. Een rechtopstaande bloei- en vruchtstengel. De bladen hebben een steel, die vaak dubbel zo lang is als de bladschijf en aan de voet slechts kort en wijd schedeachtig verbreed is. De bloeistengel is ongeveer half zo lang als de bladstelen.
|
|
|
|
Bladeren-De bladeren zijn driehoekig-hartvormig, hebben witte of geelwitte aderen en afstaande slippen aan de voet. In de herfst komen de bladeren al weer boven de grond.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De bloeischede wordt 5-40 cm en heeft een overhangende top. De bloeischede is van buiten bleekgroen en van binnen geel- tot witachtig en bovenaan langwerpig toegespitst. De bloeikolf is nauwelijks half zo lang als de bloeischede, het vrouwelijke deel is cilindrisch, ongeveer 3-4 maal zo lang als het korte mannelijke deel. Het knotsvormige deel van de bloeikolf is dof geel. Het bleke, eironde vruchtbeginsel is ongeveer 5 mm lang.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een bes. De oranje bessen zijn ongeveer 1 cm breed. De kolf is in de vruchttijd 10-15 cm, maar soms tot 20 cm. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkrijke, humeuze grond (duinzand en rivier- en zeeklei).
Groeiplaatsen-Loofbossen, populierenaanplantingen, buitenplaatsen, duinstruwelen, duinbossen, heggen en begraafplaatsen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit West-, Zuid- en Midden-Europa.
Nederland-Ingeburgerd in de 18de eeuw.Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Wallonië-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl