Frysk-Jabikskrúswoartel en Dúnkrúswoartel English-Tansy Ragwort and Dune Ragwort Français-Séneçon jacobée et Séneçon nu Deutsch-Jakobs-Greiskraut und Dünen-Jakobs-Greiskraut Synoniemen-Senecio jacobaea, Jacobskruiskruid, Senecio jacobaea subsp. dunensis, Senecio dunensis. Familie-Asteraceae (Composietenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Dit kruid was gewijd aan Sint-Jacob, de beschermheilige van de paarden, vandaar de Nederlandse en wetenschappelijke naam (Jacobaea). Vulgaris betekent gewoon en dunensis verwijst naar de duinen. Ondersoorten-Er komen in onze omgeving twee ondersoorten voor: Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris) en Duinkruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. dunensis). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Tweejarig of meerjarig. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juni t/m oktober. Afmeting-30-90 cm. Jakobskruiskruid
Duinkruiskruid
Wortels-De oorspronkelijke penwortel verdwijnt spoedig en wordt vervangen door vele forse, taaie bijwortels vanuit de stengelbasis. De stengelbasis zwelt op tot een zeer korte, min of meer scheefliggende wortelstok. Er zijn geen uitlopers. Jakobskruiskruid
Stengels-De rechtopstaande, geribde stengels zijn soms groen of soms roodpaars. Ze zijn alleen boven het midden vertakt. Eerst zijn ze iets spinragachtig behaard, maar later verdwijnt de beharing. Jakobskruiskruid
Duinkruiskruid
Bladeren-Giftig. De onderste bladen zijn liervormig,veerdelig met een kleine eindslip. Tijdens de bloei zijn deze rozetbladen meestal al verdord. De verspreidstaande stengelbladen zijn veerdelig tot dubbel veerdelig. De eindslip is klein hoogstens 1/3 zo lang als het blad. Deze bladen zijn halfstengelomvattend. Jakobskruiskruid
Bloemen-Polygaam. De 1½-2½ cm grote, gele bloemhoofdjes vormen grote schermvormige pluimen. Het vruchtbeginsel is onderstandig met één stijl en twee stempels. De binnenste omwindselbladen hebben een donkere top. Het buitenomwindsel is één- tot driebladig. De twaalf tot vijftien, normaal ontwikkelde lintbloemen zijn goudgeel. De vele buisbloemen zijn iets donkerder van kleur. Jakobskruiskruid
Vruchten en zaden-De randstandige nootjes kunnen vrijwel kaal of dicht kortharig zijn. Met vruchtpluis. De overige nootjes zijn dicht kortharig. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). De randstandige nootjes zijn vrijwel kaal. De andere nootjes zijn behaard. Tweezaadlobbig. Jakobskruiskruid
Biotoop Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, open (pionier) tot gazige plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (zand, leem, löss, mergel, zavel en stenige plaatsen). Groeiplaatsen-Grasland, bermen, langs zandpaden, duinen, spoorbermen, spoorwegterreinen, kanaal- en rivierdijken, haven- en industrieterreinen, in de voegen van bestrating, plantsoenen, braakliggende grond, akkerranden, langs bospaden, bosranden, doornheggen en afgravingen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde streken in Europa en Azië (niet in het uiterste noorden en zuiden en oostelijk tot in Midden-Azië). Duinkruiskruid-Europese kustgebieden. Nederland-Inheems. Algemeen.
Duinkruiskruid-Inheems. Vrij algemeen. Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Duinkruiskruid-Inheems. Vrij algemeen. Wallonië-Algemeen. Toepassingen Alle soorten van dit geslacht zijn giftig, maar
toch is dit kruid in de geneeskunde toegepast tegen zweren in de mond, ischias en zwellingen. Voor de meeste zoogdieren is Jakobskruiskruid zeer giftig. Koeien en paarden mijden de planten bij het grazen. Maar als ze een dodelijke dosis hebben binnengekregen, duurt het dikwijls een paar maanden voordat symptomen van vergiftiging (levercirrose) optreden. Na ongeveer een week volgt dan de dood. Schapen vreten de plant wel, vooral de bladeren van planten die nog in het rozetstadium verkeren. Hierna vertonen de schapen
echter wel een slechte groei. Jakobskruiskruid is een van de weinige planten die niet door konijnen worden gegeten - tenzij 's winters de nood hoog is, want dan vreten ze soms de met reserves gevulde wortelstok. De rozetbladeren worden eraf gebeten en niet gegeten. Wortelgedeelten die in de grond zijn achtergebleven, kunnen dan tot nieuwe planten uitgroeien. De konijnen schijnen
hier geen blijvende schade van te ondervinden. De rups van de Sint-Jakobsvlinder - Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl Sint-Jakobsvlinder - Ben Sale - cc by 2.0 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |