|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Kamferalant - Dittrichia graveolens
Frysk-Kaanferalant
English-Stink Aster
Français-Inule fétide
Deutsch-Klebriger Alant
Synoniemen-Inula graveolens, Stinkende alant
Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Dittrichia is genoemd naar de Duitse botanicus Manfred Dittrich (1934), de voormalige directeur van het herbarium in de Botanische Tuin in Berlijn. Graveolens is sterk riekend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m november.
Afmeting-20-50 cm.
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-De kleverig klierharige plant verspreidt bij kneuzing een sterke kamfergeur. De rechtopstaande stengels zijn sterk beklierd.
|
|
|
|
Bladeren-De lancetvormige tot langwerpige bladen zijn gaaf of kort getand.
|
|
|
|
Bloemen-De kleine hoofdjes vormen samen slanke pluimen. Elk hoofdje is 0,5-1 (-1,2) cm breed. De lintbloemen worden tot 3 mm lang en zijn niet of weinig langer dan de omwindselbladen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De nootjes zijn rolrond en de pappusharen zijn bij de voet samengegroeid. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegegatie) op (minstens periodiek) vochtige, voedselrijke, vaak iets stenige grond.
Groeiplaatsen-Industrie- en haventerreinen, mijnsteenbergen, spoorwegterreinen, middenbermen van autowegen en braakliggende grond.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en Zuid- en Midden-Europa (noordelijk tot in Midden-Frankrijk).
Nederland-Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl