Naamgeving (Etymologie): Silene is mogelijk vernoemd naar de bosgod Silenus, die een opgezwollen buik had. Diverse silenesoorten hebben een opgezwollen kelk. Volgens anderen stamt silene af van het Griekse sialon (speeksel), omdat veel soorten kleverig zijn. Conica betekent kegelvormig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Therofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni en juli.
Afmeting: 15-45 cm.
Wortels
Stengels: De zacht grijsachtig behaarde stengels zijn bovenaan kleverig behaard.
Bladeren: De middelste en bovenste bladeren zijn langwerpig tot lijnvormig en
niet breder dan 0,5 cm. De onderste bladeren zijn gesteeld, de bovenste zittend.
Bloemen: Tweeslachtig. De 4-5 mm grote, alleenstaande of met weinig bij elkaar groeiende bloemen zijn bleekroze tot paarsrood of soms wit. De kroonbladen zijn iets ingesneden. Ze steken weinig uit de stevige, groene of roodbruine kelk.
De kelk is kegelvormig, sterk geribd (met dertig nerven)
en bolt later op. De kelkslippen zijn smal driehoekig. Bloemen met drie stijlen.
 © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|
 © John Breugelmans - verspreidingsatlas.nl
|
 © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|
 Stefan.lefnaer - CC BY-SA 4.0
|
Vruchten: Een doosvrucht. De openspringende kelk is sterk opgeblazen. Tweezaadlobbig.
 © Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|
 Stefan.lefnaer - CC BY-SA 4.0
|
 Stefan.lefnaer - CC BY-SA 4.0
|

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
Biotoop
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, neutrale tot kalkrijke, omgewerkte grond (duinzand en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Zeeduinen (mosduinen, bermen, zandwallen, betreden grasveldjes, grasland (duingrasland en droog neutraal grasland), duinweiden en verstoorde plaatsen), ruderale plaatsen, bermen (aangevoerd duinzand), bouwterreinen (aangevoerd
duinzand), hellingen, puin, zanddijkjes en langs spoorwegen
(spoorwegterreinen).
Verspreiding
Wereld: Vooral in steppegebieden in Zuidwest-Azië en in het Middellandse-Zeegebied, maar ook in droge streken in West-Europa, noordelijk tot in het uiterste zuiden van Scandinavië. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.

gbif.org
Nederland: Vrij zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen, zeldzaam in stedelijke gebieden in de Rijnmond en zeer zeldzaam of uitgestorven in het rivierengebied en op Terschelling en Ameland.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Zeldzaam. Oorspronkelijk inheems.

Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij zeldzaam in het duingebied. In het binnenland alleen adventief (tijdelijk). Rode lijst. Zeer zeldzaam.

Wallonië: Vroeger zeer zeldzaam in de zuidelijke Ardennen. Rode lijst. Verdwenen uit Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
 Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
|
 Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
|
 Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr.
Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
|
|
|