Frysk-Kersprûm English-Pissard Plum Français-Prunier myrobolan Deutsch-Kirschpflaume Synoniemen Familie-Rosaceae (Rozenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Prunus is misschien afgeleid van het Griekse prooinos (vroegtijdig), dat op het vroeg rijp zijn van de vruchten van de wilde pruim zou slaan. Cerasifera betekent kersdragend. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Fanerofyt. Hoofdbloei-Februari t/m april. Afmeting-3-8 meter.
Wortels-Geen uitlopers. Stam
Takken-Jonge takken zijn kaal, glanzig, groenachti en weinig of niet gedoornd.
Bladeren-Zwak giftig. De langwerpige tot eironde bladeren zijn 3 tot 7 cm. Ze zijn van boven glanzend en worden snel kaal. Van onderen zijn ze eerst op de middennerf behaard, maar later worden ze (vrijwel) kaal.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemstelen zijn kaal. De meestal alleenstaande, 1½-2 cm grote bloemen verschijnen tegelijk met de bladeren of iets eerder. De kroonbladen zijn meestal wit, maar soms roze.
Vruchten en zaden-Een steenvrucht. De bolronde, zoete en eetbare pruimen zijn 2-3 cm. Ze kunnen roodachtig of geel zijn. De gladde steen (pit) is rond en gekield. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, humeuze, vrijwel neutrale grond. Het meest op rivierklei en leem. Groeiplaatsen-Bosranden en struwelen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië (o.a. in de Kaukasus en Iran). Nederland-Ingeburgerd tussen 1950 en 1974. Vrij algemeen. Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen. Wallonië-Ingeburgerd. Zeldzaam. Wetenswaardigheden Veel aangeplant als fruitboom of in hagen. Ze wordt veel gebruikt als onderstam, om er andere Prunussoorten op te enten, waardoor ze geschikt worden voor laagstamboomgaarden. Een vorm met bruine bladeren en roze bloemen wordt als sierboompje gekweekt. Het is een van de voorouders van de gekweekte pruimenrassen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |