Naamgeving (Etymologie): Montia is genoemd naar Giuseppe Monti, professor in plantkunde te Bologna (1682-1760). Fontana betekent in of bij een bron en chondrosperma is afgeleid van chondro (kraakbeen) en sperma (zaad).
Opmerking: Groot bronkruid (Montia fontana subsp. fontana) en Klein bronkruid (Montia fontana subsp. chondrosperma) worden ook wel beschouwd als ondersoorten.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig op het land of overblijvend in het water.
Plantvorm: Kruid
Winterknoppen: Therofyt, helofyt
of hydrofyt.
Bloeimaanden: April, mei, juni, juli augustus en september.
Afmeting: 5-15 cm.
Wortels
Stengels: De slappe,
sterk vertakte stengels zijn vaak rood aangelopen, iets doorschijnend en meestal liggend, maar soms opstijgend of in het water zwevend. Kussensvormend.
Bladeren: De smalle, tegenoverstaande, 0,5-1,5 cm grote blaadjes zijn iets vlezig en spatelvormig tot lijnvormig.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in kleine losse kluwens met twee tot vijf bloemen. Ze zijn wit,
1-2 mm en trechtervormig. De buis is aan één kant open. De zoom heeft drie kleine en twee grote slippen. Elke bloem heeft drie meeldraden. De blijvende kelk bestaat uit twee bladen.
Vruchten: Een doosvrucht met drie openspringende, in de hoogte omkrullende kleppen. De drie zaden
zijn dof. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen (pionier) op natte tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkarme grond (allerlei grondsoorten, maar niet op zware klei en mergel).
Groeiplaatsen: Grasland (steile kantjes en karrensporen in weiland), op paden, akkers, begraafplaatsen, kwekerijen, plantsoenen, tuinen en zeeduinen (langs bospaden aan de
binnenduinrand).
Verspreiding
Wereld: Van Groot-Brittannië tot in Polen en van Zuid-Zweden tot in Spanje, Noord-Italië, Bulgarije en Roemenië. Ook in Noordwest-Afrika en Zuidwest-Azië.

gbif.org
Groot en Klein bronkruid (Montia fontana)

gbif.org
Klein bronkruid (Montia minor)
Nederland: Verspreid door vrijwel het hele land. Vrij zeldzaam op de zandgronden in het oosten, midden en zuiden van het land en in de Hollandse en Zeeuwse duinen en zeldzaam in laagveengebieden. Elders
zeer zeldzaam. Vrijwel niet in Flevoland.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Algemeen. Oorspronkelijk inheems.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij zeldzaam, maar zeer zeldzaam in de Polders, de Leemstreek en een deel van de Kempen. Rode lijst. Thans niet bedreigd.

Wallonië: Zeldzaam tot zeer zeldzaam. Rode lijst. Kwetsbaar.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
 Flora Batava, deel 14, Jan Kops en F.W. van Eeden (1872)
|
 Flora Batava, deel 14, Jan Kops en F.W. van Eeden (1872)
|
 Kleine Montie Deutschlands Flora in Abbildungen,
Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|
 Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
  |
  |
|