Wilde planten in Nederland en België

Kleine duivenkervel - Fumaria parviflora

Frysk

English-Fine-leaved Fumitory

Franç ais-Fumeterre à petites fleurs

Deutsch-Kleinblü tiger Erdrauch

Synoniemen-Kleinbloemige duivenkervel

Familie-Papaveraceae (Papaverfamile)

Naamgeving (Etymologie)-Duiven eten graag van de plant en de bladen lijken op die van Kervel, vandaar de Nederlandse naam. Fumaria is afgeleid van het Latijnse woord fumus (rook). Er zijn twee verklaringen voor de naam in omloop.
1. Als je het sap van de plant je ogen komt, komen er tranen en dat geeft hetzelfde gevoel alsof er rook in je ogen is gekomen.
2. Vroeger meende men dat de plant zich ook kon ontwikkelen uit damp of walm die uit de aarde opsteeg.
Parviflora betekent met kleine bloemen.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-15-40 cm.


Marley Diehl - cc by-nc 4.0


Marie Portas - cc by-sa 2.0 fr


Сергей - cc by-nc 4.0


Сергей - cc by-nc 4.0

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De meestal vanaf de bodem sterk vertakte stengels zijn grijsgroen. Vaak liggend, maar soms klimmend. Ze zijn kantig en onbehaard.


Sipke Gonggrijp - cc by-nc-sa 3.0 nl


Marie Portas - cc by-sa 2.0 fr


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 4.0


Vito Buono - luirig.altervista.org

Bladeren-De deelblaadjes zijn lijnvormig, twee- tot drievoudig geveerd en gootvormig verdiept. De bladslippen staan uitgespreid. De onderste hoofdslippen zijn vaak vrij lang.


Dominique Remaud - cc by-sa 2.0 fr


Rebbas - cc by-nc 4.0


Vito Buono - luirig.altervista.org


Eleftherios Katsillis - cc by 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen zijn klein (3-5 mm), wit of iets roze met vaak met een donkerpaarse top. Ze zitten eerst in dichtbloemige, bijna niet gesteelde trossen, die later, als de vruchten rijp zijn, ijler worden. De kleine, eironde, getande kelkbladen zijn breder dan het uiteinde van het bloemsteeltje en zes tot tien keer korter dan de bloemkroon en eveneens smaller dan de bloemkroonbuis.


Marie Portas - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - cc by-sa 2.0 fr


Marie Portas - cc by-sa 2.0 fr


Сергей - cc by-nc 4.0

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De witte schutblaadjes zijn ongeveer even lang als de vruchtsteeltjes. Meestal hebben de vrij rode tot eironde vruchten een topspitsje. Ze zijn knobbelig-rimpelig. Tweezaadlobbig.


Dominique Remaud - cc by-sa 2.0 fr


Mathieu Menand - cc by-sa 2.0 fr


James Bailey - cc by-nc 4.0


Jose Hernandez - USDA-NRCS PLANTS Database


2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op matig droge tot vochthoudende, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.

Groeiplaatsen-Akkers, akkerranden, muren, wallen, puinhopen en verstoorde grond.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit West-, Midden- en Zuid-Europa, Noordwest-Afrika, Zuidwest-Azië en op de Azoren, de Canarische eilanden en Madeira.

Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Archeofyt. Zeer zeldzaam.

Wallonië -Archeofyt. Verdwenen. Vroeger zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl