Naamgeving (Etymologie): Egelskop slaat op stekelige, knotsvormige vruchten. Sparganium komt van het Griekse woord spaganion (windsel of lint). De bladen zijn bandvormig en werden vroeger gebruikt voor vlechtwerk. Emersum betekent boven water uitstekend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De drijvende bladeren worden tot 1 meter lang. De bladeren boven water hangen enigszins over en zijn 0,3-1,2 cm breed. Verder zijn ze driehoekig, glanzend lichtgroen, van boven vlak met een duidelijke middennerf en van onderen min of meer gekield. De schede is niet verwijd. De onderste schutbladen hebben aan de voet een smalle, vliezige rand. Ze zijn niet geoord.
Bloemen: Eenslachtig. Eenhuizig. De bloeiwijze is niet vertakt. De bloemen zijn witgeel van kleur. Er zijn drie tot zes vrouwelijke hoofdjes. De onderste zijn vaak gesteeld. De stempel is recht en ongeveer 1½ mm. De drie tot tien mannelijke hoofdjes staan meestal ver uit elkaar. De helmknoppen zijn 1-1½ mm.
Vruchten: Een steenvrucht. Bij de vruchten zie je in het midden een insnoering en in de onderste 1-2 mm zijn ze steelvormig versmald. Het nootje heeft een rechte snavel, die korter is dan het nootje. Eenzaadlobbig.
Bodem: Zonnige plaatsen in ondiep, matig voedselrijk tot voedselrijk, niet vervuild, stilstaand en stromend, zwak zuur tot neutraal, zoet, zelden heel zwak brak water met een bodem van zand, leem, rivierklei of laagveen.
Groeiplaatsen: Waterkanten en water (sloten, spoorsloten, plassen, vijvers, afwateringskanalen, beken, oude rivierlopen en heidevennen met binnendringend
voedselrijk
water).
Verspreiding
Wereld: Gematigde en koelere streken op het noordelijk halfrond.
Nederland: Vrij algemeen in het rivierengebied en in laagveengebieden, vrij zeldzaam in het oosten en midden van het land en zeldzaam in de Hollandse duinen. Vrijwel niet in zeekleigebieden.
Vlaanderen: Vrij algemeen. Het meest in de Kempen.
Wallonië: Vrij zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822) Flora Batava, deel 22, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1906)
Flora regni borussici, deel 1, A.G. Dietrich (1832-1833)
Svensk botanik, deel 5, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 9, J.E. Sowerby (1869)
Flora Londinensis, deel 5, William Curtis (1784-1788)
British entomology, deel 3, J. Curtis (1823-1840)
British phaenogamous botany, deel 4: W. Baxter (1834-1843)
Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)