|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Kleine lisdodde - Typha angustifolia
Frysk-Lytse tuorrebout
English-Lesser Bulrush
Français-Massette à feuilles étroites
Deutsch-Schmalblättriger Rohrkolben
Synoniemen
Familie-Typhaceae (Lisdoddefamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Typha komt van het Griekse tiphos (moeras), dus een moerasplant of van het Griekse typhoo (roken), vanwege het vroegere gebruik van de bloeikolven om smeulend vuur aan te houden. Angustifolia betekent met smalle bladen.
Kruising-Kleine lisdodde kan een kruising vormen met Grote lisdodde (Typha x glauca).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Helofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m augustus.
Afmeting-100-300 cm.
|
|
Wortels-Wortelstokken.
|
Stengels-De stengelvoet is knolvormig verdikt. De rechtopstaande bloeistengels zijn ongeveer 2/3 keer zo Iang als de bladeren. Kleine lisdodde vormt pollen.
|
|
|
|
Bladeren-De zeer lange, meestal dofgroene bladen zijn overwegend laag ingeplant. Ze zijn lijnvormig, plat, maar aan de onderkant gewelfd en 0,3-1 (-1,2) cm breed (smaller dan die van Grote lisdodde). De bladschede is bij de wortelhals gesloten.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De vrouwelijke bloemen groeien in de oksels van kleine schutbladen. De vrouwelijke aar is bij rijpheid geelachtig tot groenachtig bruin en 1-2 cm breed. De vrouwelijke aar is van de bovenste mannelijke aar gescheiden door een tussenruimte van 2-8 cm. Vrouwelijke bloemen hebben een gesteeld en behaard bovenstandig vruchtbeginsel met een lijnvormige stempel.
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen in en langs ondiep, matig voedselarm tot voedselrijk, stilstaand of langzaam stromend, zwak zuur tot licht kalkhoudend, zoet, zelden zwak brak water met een vaak organische tot venige bodem.
Groeiplaatsen-In en langs kanalen, brede sloten, petgaten, duinplassen, moerasvarenrietland, jong veenmosrietland, klein, ondiepe plassen met veel drijftillen, oude rivierlopen en zelden in moerasbossen.
Verspreiding
Wereld-Gematigde streken op het noordelijk halfrond, echter maar weinig in het Pacifische gebied. Een nauw verwante soort groeit in de tropen en de subtropen.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Wetenswaardigheden
Van lisdodden zijn veel volksnamen bekend, zoals bv. rietsigaren, dulen, duikers, toestebollen, bullepees, kannewasser, doerebouten en lampepoetser. Lisdodden worden aangeplant als vijverplant en als oeverbeschoeiing. Bloeistengels worden gebruikt voor droogboeketten. De lange, taaie bladeren kunnen als bindmateriaal dienen. Lisdodden werden vroeger ook gebruikt als dakbedekking, maar het is minder duurzaam dan Riet. Het vruchtpluis diende als vulling voor kussens.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl