|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Kleine watereppe - Berula erecta
Frysk-Lyts tongerskerm
English-Lesser Water-parsnip
Français-Petite berle
Deutsch-Wassersellerie
Synoniemen-Berula angustifolia, Sium angustifolium, Sium erectum
Familie-Apiaceae (Schermbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Berula is de naam van een waterplant, die lijkt op Waterkers. Erecta betekent opstijgend of opgericht.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Helofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m september.
Afmeting-30-60 cm.
![]() Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl |
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
Wortels-Een wortelstok. Ze vormen uitlopers en groeien vaak in grote groepen.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, kale en holle stengels zijn buisvormig, met lijnen en vaak sterk vertakt en/of zigzagsgewijs heen en weer gebogen.
|
|
|
|
Bladeren-De ondergedoken voorjaarsbladen en de luchtbladen zijn enkel geveerd. De andere ondergedoken bladen zijn drie- tot viervoudig geveerd met lijnvormige slippen. De andere, verspreidstaande bladen zijn geveerd met zeven tot veertien paar langwerpige, getande (onregelmatig gezaagde) blaadjes. Het topblaadje is zittend of vaak driedelig. De bovenste bladen zijn maar klein.
![]() © Willem Braam - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De zijdelingse bloemschermen zijn 3-6 cm breed en met tien tot twintig stralen. De schermen staan tegenover de bladen. De witte, 2 mm grote bloemen hebben vijf kroonbladen. De vijf kelktanden zijn priemvormig en vaak ongelijk. De stijlen zijn lang. De talrijke, omwindselbladen en omwindselblaadjes zijn vaak geveerd (deels driedelig). De onderstandige vruchtbeginsels zijn kaal.
| |
|
|
Vruchten en zaden-De eivormige splitvruchten zijn 1½-2 mm lang en nauwelijks geribd. De deelvruchtjes zijn op doorsnede rond. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
| |
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond en in matig voedselrijk tot voedselrijk, zoet tot zwak brak, zwak zuur tot kalkrijk, liefst helder, zeer zwak tot stilstaand water (zand, leem, zavel, veen en klei). De soort groeit vaak op kwelplekken.
Groeiplaatsen-In en langs beken, sloten, brakke poldersloten, greppels, vijvers, plassen, drinkpoelen, vroegere rivierarmen en kanalen, rietland, verlandende sloten, drijftillen, dichtgroeiende veenplassen, moerasbossen en brongebieden.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde streken op het noordelijk halfrond (Europa, Noord-Amerika en een deel van Azië).
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen, maar zeer zeldzaam in de Ardennen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl