Naamgeving (Etymologie): Drosera komt van het Griekse droseros (bedauwd), naar de glinsterende kopjes op de haren van de bladen. Intermedia betekent middelste.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De rechtopstaande bloeistengels groeien vanuit de onderste bladoksels. Aan de voet zijn ze gebogen (ze staan af naar opzij), dan groeien ze met een wijde bocht omhoog (ze komen
als het ware zijdelings uit het rozet). Aan het begin van de bloei komen ze nauwelijks boven de bladen uit, maar als de vruchten rijp zijn, zijn ze ongeveer twee keer zo lang als de bladen. Meestal groeit het plantje in dichte groepen.
Bladeren: De rechtopstaande of schuin omhoog groeiende blaadjes zijn spatelvormig tot peervormig (ongeveer dubbel zo lang als breed), bruinrood,
0,7-1 cm en versmald in een lange, niet behaarde steel. Ze vormen een rozet. Op de blaadjes groeien plakkerige haren waarmee klein insecten worden gevangen en vervolgens worden verteerd door de enzymen in de sappen die die haren afscheiden.
Bloemen: Tweeslachtig. De witte bloemen worden ongeveer 5 mm. Elke bloem heeft vijf kelkbladen, vijf meeldraden en eveneens vijf kroonbladen en een bovenstandig vruchtbeginsel. De schutblaadjes zijn duidelijker ontwikkeld dan bij de twee andere zonnedauwsoorten.\
Bodem: Zonnige, open plaatsen op zuur, voedselarm en nat veen, zand of leem. Kleine zonnedauw is een vleesetend plantje en vangt vooral muggen.
Groeiplaatsen: Heide (padranden, in wagensporen en op afgeplagde plekken), waterkanten (venoevers en langs greppels), moerassen (hoogveen en droogvallende vennen), afgravingen (zand), bermen en langs spoorwegen (spoorbermen).
Verspreiding
Wereld: Het meest in West- en Midden-Europa en oostelijk Noord-Amerika. Ook elders op een aantal ver uiteen gelegen vindplaatsen.
Nederland: Plaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden en zeer zeldzaam op de Waddeneilanden en in laagveengebieden.
Vlaanderen: Vrij algemeen in de Kempen. Elders veel zeldzamer.
Wallonië: Zeldzaam in de Hoge Venen en Henegouwen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te
vergroten).
Drosera intermedia als Drosera longifolia Flora Batava, deel 7, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1836)
Niedriger Sonnetau Deutschlands Flora in
Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Sämmtliche Giftgewächse Deutschlands, E. Winkler (1853)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 2, J.E. Sowerby (1864)
Stirpium historiae pemptades sex, sive libri XXX, R. Dodonaeus [Dodoens] (1583)