|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Klein glidkruid - Scutellaria minor
Frysk-Lyts blaulipke
English-Lesser Skullcap
Français-Petite scutellaire
Deutsch-Kleines Helmkraut
Synoniemen
Familie-Lamiaceae (Lipbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Scutellaria betekent schoteltje (naar het napvormig aanhangsel). Minor betekent kleiner.
Kruising-Klein glidkruid kan een bastaard vormen met Blauw glidkruid (Scutellaria x hybrida of Scutellaria x nicholsonii).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend of eenjarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m oktober.
Afmeting-5-25 cm.
|
Wortels
Stengels-De iets liggende tot opstijgende stengels zijn aan de voet vertakt.
|
|
Bladeren-De bladen zijn driehoekig-eirond en hebben een afgeronde of hartvormige voet. Ze hebben een gave rand of je ziet aan beide kanten één tot drie ondiepe (afgeronde) tanden aan de voet. Ze zijn ongesteeld of heel kort gesteeld.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De 0,6-0,7 (-1) cm grote bloemen zijn van buiten vrijwel wit en van binnen roze. Op de onderlip zie je een honingmerk (donkerder stipjes). Ze hebben een vrijwel rechte kroonbuis.
| |
|
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of meestal half beschaduwde, vrij open plaatsen op vochtige tot vaak natte, voedselarme, onbemeste, zwak zure, humusrijke grond (zand, leem, zure klei en veen).
Groeiplaatsen-Moerassig schraalland. beekdalhooiland, natte heide, natte bossen, langs natte bospaadjes en greppels, moerasbossen langs beekjes en afgesneden Maasmeanders, moerassen en waterkanten.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit West- en Zuidwest-Europa.
Nederland-Inheems. Zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl