Naamgeving (Etymologie): Spartina is afgeleid van het Griekse spartine (koord of strik). De bladen werden wel gebruikt om koorden te maken. Maritima betekent van of aan de zee.
Kruising: Klein slijkgras kan een kruising vormen met Engels slijkgras (Spartina x townsendii).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De bladeren staan bijna rechtop en zijn 2-6 mm breed. Van de onderste bladeren breekt de bladschijf spoedig af. Het tongetje bestaat uit haren (lengte: 0,2-0,6 mm).
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Tweeslachtig. De bloeiwijze bevat één tot vijf, maar meestal twee of drie aren, die maar zelden langer worden dan 10 cm. De aartjesloze top van de aaras is hooguit 1½ cm. De aartjes zijn 1,1-1½ cm lang. Het bovenste kelkkafje is niet langer dan 1½ cm. De helmknoppen zijn 4-6 mm.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bodem: Zonnige, open plaatsen op natte, voedselrijke, zilte grond.
Groeiplaatsen: Slikken en lage kwelders (schorren).
Verspreiding
Wereld: In Zuid-Afrika en Marokko is het op verscheidene plaatsen gevonden, in het tussenliggende deel van de Afrikaanse westkust zijn slechts enkele vondsten bekend. In Europa
komt het voor van Portugal tot Zuidwest-Nederland en Oost- en Zuid-Engeland en langs het noordelijke deel van de Adriatische Zee bij Venetië
en Rijeka.
Nederland: Vroeger zeer zeldzaam aan de kust, voornamelijk in Zeeland.
Vlaanderen: Verdwenen. Vroeger zeer zeldzaam in het Schelde-estuarium.Voor het laatst gevonden rond 1930.
Wallonië: Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een
afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 8, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1844)
Genera plantarum florae germanicae, Monocotyledones 1 Graminae, deel 2, T.F.L. Nees von Esenbeck (1843)
British phaenogamous botany, deel 3: W. Baxter (1834-1843)