Naamgeving (Etymologie): Pulicaria komt van het Latijnse Pulex en betekent vlo. Dit verwijst naar het gebruik van deze plant als huismiddel tegen vlooien. Vulgaris betekent gewoon.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De stengels zijn vaak wijd vertakt, meestal sterk rood gekleurd en enigszins wollig behaard. De zijtakken zijn langer dan de hoofdas. Klein vlooienkruid ziet er
daarom wat
struikachtig uit.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bladeren: De bladeren staan verspreid, hebben een iets golvende rand, zijn langwerpig en verspreid behaard. Aan de rand zijn ze vaak iets gekroesd of getand. De onderste bladeren zijn in een kort steeltje versmald. De bovenste bladeren zijn halfstengelomvattend. De wortelbladen zijn al tijdens de bloei verdord.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Polygaam. De bloemhoofdjes zijn 0,8-1 cm. Ze zijn geel met zeer korte, rechtopstaande lintbloemen, die ongeveer even lang zijn als de buisbloemen. De omwindselbladen zijn lijnvormig en viltig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen (pionier) op natte tot vochtige, 's winters onder water staande, matig voedselareme tot voedselrijke en stikstofrijke grond (zand, leem, klei en zavel).
Groeiplaatsen: Waterkanten (rivierstrandjes, nat slib, drooggevallen plekken langs grote rivieren, langs beken, vijvers, greppels, poelen en plassen), moerassen, ruigten, wegranden, afgravingen
(zand- en kleiwinningsplassen) en
grasland (uiterwaarden en weiland).
Verspreiding
Wereld: Voornamelijk in gematigde streken in Europa en West-Azië. Van Oost-Engeland en Noord-Spanje tot in West- en Midden-Azië, Noordwest-Afrika en Ethiopië. Noordelijk tot in Denemarken en Polen.
Nederland: Vrij zeldzaam langs de grote rivieren. Elders zeer zeldzaam.
Vlaanderen: Zeer zeldzaam. Sterk afgenomen.
Wallonië: Verdwenen. Vroeger zeer zeldzaam in Lotharingen.
Oude illustraties
(Klik op een afbeelding om te vergroten).
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 4, Johann Carl Krauss
(1800)
Conyza wijfken Cruijdeboek, deel 1, Rembert Dodoens. Gheslacht, onderscheet, fatsoen, naemen, cracht ende werckinghe (1554)
Flora regni borussici, deel 8, A.G. Dietrich (1840)
Genera plantarum florae germanicae, Conspectus, deel 5, T.F.L. Nees von Esenbeck (1845)
British entomology, deel 3, J. Curtis (1823-1840)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 5, J.E. Sowerby (1866)
Conyza minima Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)
A curious herbal, deel 1, E. Blackwell (1737)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Flora Londinensis, deel 3, William Curtis (1778-1781)
Herbarium Blackwellianum, deel 2, E. Blackwell (1754)