|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Knolcyperus - Cyperus esculentus
Frysk-Knolsipergers
English-Edible Cyperus
Français-Souchet comestible
Deutsch-Erdmandel
Synoniemen
Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Cyperus komt van het Hebreeuwse woord kopher (hars) of van kyperos (een plant met een geurige wortel). De worstelstok van sommige Cyperus planten ruikt namelijk geurig en werd in de parfumerie gebruikt. Maar volgens sommige anderen is Cyperus afgeleid van het Griekse cypeiros, dat op zijn beurt weer is afgeleid van Cypris (Venus), om de geslachtsdrift verwekkende eigenschappen. Esculentus betekent eetbaar.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m oktober.
Afmeting-30-80 cm.
|
|
|
|
Wortels-Ver kruipende, dunne wortelstokken, die eindigen in beschubde, weinig of niet bewortelde, sappige knolletjes (0,5-2 cm).
| |
|
|
Stengels-De stengels zijn scherp driekantig.
|
|
|
|
Bladeren-De glanzende, 0,4-1 cm brede bladen zijn plotseling versmald in een gootvormige top.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De deelbloeiwijzen zijn niet zeer dicht. Bloemen met drie meeldraden. De kafjes (2-3 mm) zijn strobruin tot geelbruin, soms rood generfd.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Zeer zelden zaad vormend. Eenzaadlobbig.
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, warme, open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, vaak bewerkte grond (zand).
Groeiplaatsen-Maisakkers, soms in aardappelakkers (of andere knolgewassen) en droogvallende rivieroevers.
Verspreiding
Wereld-In alle werelddelen. Oorspronkelijk alleen in warmere streken, maar de laatste tijd steeds meer in gematigde gebieden.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1950 en 1974. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden omstreeks 1974.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeldzaam. Omstreeks 1980 werd de soort vanuit Nederland ingevoerd (samen met gladiolenknolletjes).
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Toepassingen
De knolletjes kunnen worden gegeten. De smaak doet denken aan hazelnoten of amandelen. In tropische en subtropische gebieden wordt een cultuurvorm, Chufa of Aardamandel, als voedingsgewas verbouwd. Deze bloeit zelden en heeft kortere wortelstokken dan de in het wild groeiende Knolcyperus. De knollen worden tot drie centimeter lang. Ze zijn olie- en suikerrijk en vorstgevoelig. Ze worden onder meer geroosterd gegeten. In Spanje wordt er een melkwitte, niet-alcoholische drank uit bereid met de naam horchata. Knolcyperus is een zeer lastig te bestrijden onkruid in akkers.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl