Naamgeving (Etymologie): Buphthalmum is afgeleid van het Griekse bous (rund) en ophthalmos (oog). Salicifolium betekent  bladen gelijkend op die van Salix (wilg).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: Juni, juli, augustus en september.
Afmeting: 20-70 cm.
Wortels:
Stengels: De rechtopstaande stengels zijn al of niet vertakt en matig behaard.
Bladeren: De bladeren staan verspreid. De onderste zijn lancetvormig en gesteeld, de bovenste langwerpig tot lijn-lancetvormig en zittend. Alle bladeren zijn spits, gaaf of iets getand en zijdeachtig behaard.
Bloemen: De alleenstaande (aan het eind van de bloeistengel), heldergele bloemhoofdjes zijn 3-6 cm, met lange straalbloemen (2-3 mm breed), talrijke buisbloemen
en
iets behaarde, lancetvormige omwindselbladen.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De randstandige vruchten zijn gevleugeld-driekantig. Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op vochtige, stikstofrijke, kalkrijke, stenige grond.
Groeiplaatsen: Grasland (kalkgrasland), bosranden, bossen (lichte bossen, loofbossen nabij parken) en rotsachtige plaatsen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit berggebieden in Oost-Europa en de Balkan. Elders in Europa plaatselijk ingeburgerd.

gbif.org
Nederland: Niet in Nederland.
Vlaanderen: Zeer zeldzaam ingeburgerd. Minstens sinds de jaren 60 van de vorige eeuw aanwezig in het Zoniënwoud. Ook in Waardamme (Oostkamp) is een grote populatie aanwezig in een voormalig parkdomein. Rode lijst. Criteria niet van toepassing.

Wallonië: Zeer zeldzaam in de zuidelijke Ardennen. Rode lijst. Ernstig bedreigd. Beschermd.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Atlas der Alpenflora, Anton Hartinger (1882)
|
|
|
|
|